Gistermiddag ben ik weer naar het filosofisch cafxc3xa9 in Amsterdam geweest. Dit keer was de vraag- stelling of er een moraal voor iedereen mogelijk is. Dit naar aanleiding van het nieuwste boek van prof. Paul Cliteur, waarin gepleit wordt voor een "moreel esperanto", een moraal die voor iedereen, zowel gelovigen als niet-gelovigen geldt.
Religieus geweld
Cliteur heeft dit boek met name geschreven met het oog op fundamentalistische en extremistische gelovigen (en dan speciaal moslims), die geweld- dadig terrorisme plegen uit naam van hun geloof. Volgens Cliteur kennen de monothexc3xafstische godsdiensten (Jodendom, Christendom en Islam) een goddelijk-bevelselement, waarmee geweld tegen andersgelovigen gerecht- vaardigd kan worden.
Door middel van een "moreel esperanto", een autonome moraal die niet op een goddelijk bevel gebaseerd is, hoopt Cliteur zulke religieuze rechtvaardigingen voor geweld tegen te kunnen gaan. Hij beoogt een moraal die voor alle mensen geldt, die mensen verbindt, in plaats van scheidt…
Neutrale moraal?
Dat klinkt heel lovenswaardig, alleen ik denk dat Cliteurs ‘oplossing’ niet erg realistisch is, althans niet in de zin van het opstellen van een compleet neutraal ethisch programma. Zo’n niet-religieuze ethiek bestaat wel, Cliteur noemt zelf de voorbeelden van de utilaristische ethiek en de ethiek van Kant, maar het probleem daarmee is, dat we die niet gewend zijn en dat ze veel te complex zijn om alle mensen aan te leren (nog afgezien van het feit dat de ethiek van Kant nog strenger is dan die van het Christendom).
Traditie
Moraal is namelijk een complex geheel van gedragingen, verwachtingen, normen, waarden en idealen, dat in de loop van eeuwen is gegroeid en dat mensen zich geleidelijk aan eigen maken. De opvoeding speelt daarbij een belangrijke rol, maar moraal werkt daarnaast ook onbewust door in de menselijke gedragingen. Moraal kan daarom ook slechts geleidelijk veranderen en altijd voortbordurend op het reeds bestaande. Moraal is traditie – een kwestie van doorgeven.
Daarom lijkt het mij ook niet mogelijk om op korte termijn een compleet nieuwe autonome moraal in te voeren. De kunstmatige taal Esperanto, die ook voor iedereen bedoeld was, is immers net zo min van de grond gekomen…
Praktisch
Toch zien we dat er in de alledaagse omgang wel al zoiets als een universele moraal geldt: als mensen maar een beetje van goede wil zijn, dan kunnen ze in de praktijk vaak best redelijk goed met elkaar omgaan, ongeacht welke culturele of religieuze achtergrond ze hebben.
Centraal in deze onbewuste moraal staat het wederzijdse respect, respect voor elkaars geloofs- of levensovertuiging en voor elkaars culturele tradities. Als dat aanwezig is, dan hoeven we het niet over alles met elkaar eens te zijn, maar kunnen we vaak wel praktisch redelijk goed samenleven.
Gulden regel
Tijdens het filosofisch cafxc3xa9 werd opgemerkt dat dit misschien gebaseerd kan worden op het bekende "wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet", dat als ‘gulden regel’ zowel in de bijbel als in andere religies te vinden is.
Met deze regel is weinig mis, maar legt toch een wat te rechtstreeks verband tussen jezelf en de ander, waardoor je steeds de situatie van de ander met die van jezelf moet vergelijken, wat het onnodig theoretisch maakt.
Beter is daarom de klassieke Romeinse en in het Katholicisme overgenomen rechtvaardigheidsnorm "ieder het zijne geven" (unicuique suum), die zegt dat we iedereen dat moeten geven wat hem of haar toekomt en laat ons daardoor heel praktisch kijken naar de concrete situatie van de ander.
Theoretisch
Het probleem ontstaat vooral als het op hoger niveau komt en meer theoretisch wordt, bijvoorbeeld in de politiek en in de maatschappelijke en wetenschappelijke debatten. Dan ontstaat meestal de geijkte tegenstelling tussen niet-gelovigen en de strengere gelovigen.
Hoe voor de hand liggend die tegenstelling ook is, geloof ik niet dat we verder komen door het probleem bij het geloven of het niet-geloven te leggen, zoals Cliteur dus wel doet. Zoals ik in mijn eerdere log Individu vs. Gemeenschap heb betoogd, kan je deze kwestie namelijk beter filosofisch bekijken.
Evenwicht
Dan blijkt namelijk dat de tegenstelling niet zozeer is geloof versus geen-geloof, maar individualisme versus gemeenschapsdenken. Zo staan in de Westerse wereld de rechten van het individu voorop, maar overal daarbuiten vooral de plichten jegens de gemeenschap: de familie, de stam, de staat, de geloofs- gemeenschap.
Zowel de nadruk op alleen het individu en de rechten, als op alleen de gemeen- schap en de plichten, is te eenzijdig. Het gaat om een evenwichtige combinatie van rechten en plichten, van individu en gemeenschap.
Conclusie
Een universele moraal is dus mijns inziens zeker mogelijk, mits die voortborduurt op wat mensen onbewust praktisch al doen, voortborduurt op de bestaande morele tradities en een evenwicht tussen rechten en plichten, tussen individu en gemeenschap nastreeft.
Toevallig!
Na wat gedronken en gegeten te hebben, ben ik aan het begin van de avond naar de Soho gegaan. Daar meende ik aan de overkant van de straat een bekend ge- zicht te zien, dus ik stapte er op af en het bleek inderdaad niemand minder dan mijn collega-weblogger Pasula te zijn!