De verkiezingsuitslag in cijfers

Na de meest spannende Tweede Kamerverkiezingen sinds lange tijd is de uitslag in zetelaantallen inmiddels algemeen bekend. Veel leuker is de uitslag echter in percentages en werkelijke aantallen stemmen, hier in volgorde van meeste stemmen naar minste stemmen:

VVD: 20,5 procent – 1.926.551 stemmen – 31 zetels

PvdA: 19,6 procent – 1.847.776 stemmen – 30 zetels

 

PVV: 15,5 procent – 1.453.944 stemmen – 24 zetels

CDA: 13,6 procent – 1.281.137 stemmen – 21 zetels

 

SP: 9,8 procent – 924.977 stemmen – 15 zetels

D66: 6,9 procent – 653.265 stemmen – 10 zetels

GroenLinks: 6,7 procent – 627.912 stemmen – 10 zetels

 

ChristenUnie: 3,3 procent – 305.628 stemmen – 5 zetels

SGP: 1,7 procent – 163.512 stemmen – 2 zetels

Partij voor de Dieren: 1,3 procent – 122.257 stemmen – 2 zetels

 

Trots op Nederland: 0,6 procent – 52.735 stemmen – 0 zetels

Partij voor Mens en Spirit: 0,3 procent – 26.224 stemmen – 0 zetels

Piratenpartij: 0,1 procent – 10.570 stemmen – 0 zetels

 

Lijst 17: 0,1 procent – 7.440 stemmen – 0 zetels

Partij Een: 0,0 procent – 2.087 stemmen – 0 zetels

HeelNL: 0,0 procent – 1.343 stemmen – 0 zetels

Lijst Lacle: 0,0 procent – 949 stemmen – 0 zetels

 

Deze getallen geven soms een net wat andere kijk op de verkiezingsuitslag. Bijvoorbeeld heeft de VVD dus bijna 2 miljoen stemmen gehaald en de PVV bijna 1,5 miljoen. Het CDA verloor wel veel, maar is desondanks nog altijd goed voor ruim 1,2 miljoen stemmen.

Trots op Nederland zat met ruim 52.000 stemmen net onder de kiesdeler van 62.900 stemmen en de grootste van de nieuwkomers is dus de Partij voor Mens en Spirit geworden. Geen idee wat ze voorstaan, maar kennelijk zagen toch nog ruim 26.000 mensen het wel zitten 😀

In totaal werden 9.435.667 stemmen uitgebracht, oftewel 75,3 % van het totaal aantal stemgerechtigden. 0,3 % van de stemmen was ongeldig of blanco.

Kieskompas 2010

Morgen vinden weer de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. Hoewel ik zelf al min of meer mijn keuze gemaakt had, heb ik, net als voor de vorige Kamerverkiezingen, ook nu weer het Kieskompas ingevuld, met het volgende resultaat:

Volgens het Kieskompas kom ik dus precies tussen de PvdA en de ChristenUnie uit en dat sluit heel goed aan bij de voorkeur die ik zelf al had! Nadien heb ik ook nog de concurrerende Stemwijzer ingevuld, maar daar kwamen SP, GroenLinks en PvdA als hoogsten uit de bus. Dat is echter een heel stuk minder wat ik voor ogen heb. Wel bevestigt dit de kritiek die beweert dat de Stemwijzer onnauwkeuriger is.

Bij het invullen van het Kieskompas 4 jaar geleden kwam ik nog uit tussen ChristenUnie en CDA en inderdaad is mijn voorkeur inmiddels van het CDA naar de PvdA verschoven. Tot nu toe heb ik bijna altijd op het CDA gestemd, als de partij die, zowel pragmatisch als vanuit een levensvisie, altijd het midden tussen rechts en links probeerde te houden.

Helaas is het CDA steeds meer naar rechts opgeschoven, klinkt ze tegenwoordig precies zoals de VVD van een paar jaar terug en is er van het sociale gezicht van deze partij weinig of niets meer te merken. Mede om die redenen heb ik besloten om morgen op Job Cohen, de lijsttrekker van de PvdA te gaan stemmen.

Ik hoop vooral dat er na morgen een coalitie zal komen die oog heeft voor de zwakkeren in de samenleving en tegelijk toch mensen zoveel mogelijk vrijheid zal laten. Helaas is die combinatie bij de linkse partijen niet altijd even vanzelfsprekend en ben ik het dan ook zeker niet met alle punten van de PvdA eens.

Zo vind ik het bijvoorbeeld jammer dat Cohen onlangs het gelijkheidsbeginsel boven de vrijheid van godsdienst stelde en dat de PvdA vindt dat geen enkele trouwambtenaar mag weigeren een homostel te trouwen. Nummer 2 van deze partij, Nebahat Albayrak, moest dan ook snel op haar woorden terugkomen, toen ze op 20 april voor de EO-televisie zei dat zulke zogeheten weigerambtenaren net als dienstweigeraars behandeld zouden kunnen worden, dus dat er voor mensen met gewetensbezwaren een praktische oplossing gezocht kon worden. Ik vind het jammer dat in zulke gevallen tegenwoordig zo snel algemene regels opgelegd worden, in plaats van mensen ruimte te geven om in concrete situaties op maat gesneden oplossingen te bedenken.   

Rare mannelijkheid

Vorige week woensdag was het eerste deel van de nieuwe KRO-serie "Uit de kast" te zien. Daarin gaat presentator Arie Boomsma (en de camera) mee wanneer een jongen of meisje zijn of haar coming out beleeft.

Uit de kast
In de eerste aflevering zagen we hoe de 23-jarige jongen Odin uit het Noord-Hollandse, of beter gezegd Westfriese, Hoorn tegen zijn vrienden vertelde dat hij op jongens valt. Hoe spannend dit voor de jongen in kwestie ook geweest zal zijn, op zich was het toch weer hetzelfde stramien als bij de allermeeste coming-outs: heel veel zenuwen van tevoren, enorme opluchting achteraf.

Over de streep
Wat het programma betreft bleef het daar min of meer ook bij, heel veel diepgang of doorvragen was er niet (veel aangrijpender en van breder belang vond ik het programma dat eraan voorafging en dat onder de titel "Over de streep" liet zien hoe op een Nederlandse school het Amerikaanse concept van de Challenge Day werd uitgevoerd) .

Reacties
Wat mij bij "Uit de kast" echter wel trof, was de blik in de ogen van de vrienden, direct nadat Odin verteld had dat hij op jongens viel. Die was ijzig, verrast en verbijsterd ook. En nadat hij het vertelde aan zijn vriendengroep in het buurthuis, liepen zelfs 2 jongens weg en gingen een paar anderen de vragen erover uit de weg.

Flikkers?
Andere vrienden gaven aan geen moeite met de coming out te hebben, omdat Odin zelf immers "normaal" en "zichzelf" gebleven was. Met opzichtige "flikkers" bleven ze wel grote moeite houden, zouden ze desnoods ook blijven uitschelden leek het wel. Dit geeft duidelijk aan dat de tolerantie onder vele Nederlanders nog altijd zeer gering is. Je mag dan wel homo zijn, maar owee als je je niet normaal, lees: mannelijk, genoeg gedraagt…

Acceptatie?
Dit fenomeen wordt ook scherp gesignaleerd in een ingezonden artikel op de website gay.nl onder de titel Lang leve de ‘flikker’. Daarin word gesteld dat het accepteren van homo’s op de bovengenoemde manier eigenlijk geen echte acceptatie is. Men accepteert homo’s hier alleen als ze zich helemaal aanpassen aan het overheersende beeld van de heteroman: stoer en mannelijk. Echte acceptatie betekent echter dat je mensen ook accepteert als zij zich wat meer vrouwelijk gedragen, zich wat excentrieker kleden, op een andere manier praten, etc.

Acteren
Maar er zit nog wat meer achter. Men kan namelijk wel vinden dat homo’s zich "normaal", zoals een "standaard-hetero" dus, moeten gedragen, maar dat zal in veel gevallen dan wel een meer of minder geforceerde aanpassing zijn. Veel homo’s passen zich tegenwoordig ook uit zichzelf graag aan de heteronorm aan. Ze noemen zichzelf dan straight-acting, kennelijk zonder goed te beseffen dat ze daarmee dus eigenlijk erkennen slechts te acteren…

Gaydar
Homo’s die zich net zoals normale hetero’s willen gedragen schieten ook vaaknet ietsje door, waardoor ze, hoewel op een hetero lijkend, voor eengeoefend oog toch als homo herkenbaar zijn. Dit is waarschijnlijk ook eenverklaring voor de gaydar, waarmee homo’s elkaar op "mysterieuze" wijze zouden kunnen herkennen. Menigeen zal overigens ook weleens hebben meegemaakt hoe een zeer stoer engespierd uitziende homoman in een gesprek opeens zeer vrouwelijkblijkt.

Raar?
Wat ik hiermee wil zeggen, is dat homo’s die zich net als hetero’s gedragen, eigenlijk helemaal niet zo "normaal" zijn. Het is eerder vrij geforceerd, misschien zelfs wel raar om je bijna helemaal aan te passen aan de norm van een groep waar je uiteindelijk niet bijhoort.

Omgekeerd
Wat bijna niemand meer weet, is dat het in vroeger tijden, vxc3xb3xc3xb3r de Tweede Wereldoorlog, precies omgekeerd was: toen gedroegen veel homo’s zich juist vrouwelijk, omdat ze op die manier (vaak noodgedwongen) hetero’s konden verleiden tot seks (zie daarover mijn eerdere log Praktische vrouwelijkheid).
Ook zulk, tegenwoordig bijna zonder uitzondering verafschuwd, vrouwelijk gedrag was een aanpassing aan de heteronorm, die immers voor de man een actieve rol voorschrijft.

Conclusie
Als je uitgaat van de heteronorm (mannelijk en stoer in gedrag en voorkomen), dan voldeden homo’s daar vroeger dus aan door zich geforceerd vrouwelijk, en tegenwoordig door zich geforceerd mannelijk te gedragen…