Hoe redden we de individualiteit?

In mijn vorige log schreef ik over hoe het individualisme tegenwoordig steeds meer in het gedrang lijkt te komen. Ik liet dat zien aan de hand van de toenemende invloed van straatcultuur en van populistische politieke partijen. Maar ook in de filosofie blijkt er zorg om het individu te zijn.

Lezing
Dit werd althans betoogd door dr. Gerard Visser op het eind van zijn lezing over de filosofen Nietzsche en Heidegger, vorige week maandag 16 november in CREA, het culturele studentencentrum van de Universiteit (UvA) en de Hogeschool (HvA) van Amsterdam.

Individualiteit
Aan het eind van zijn lezing concludeerde Visser dat zowel Friedrich Nietzsche (1844-1900) als Martin Heidegger (1889-1976) uitgingen van de individualiteit van de mens. Nietzsche legde daarbij de nadruk vooral op de uniciteit, de innerlijke eigenheid van het individu. Hij zag ook de geboorte als het beginpunt vanwaaruit nieuwe mogelijkheden ontstaan.
Daarentegen legde Heidegger de nadruk meer op de singulariteit, het feit dat de mens een enkeling is en ten opzichte van anderen op zichzelf staat. Bij Heidegger is de dood het punt dat mensen bewust maakt van wat in hun leven zinvol is.

Anonimiteit
Hoewel dit beide belangrijke gezichtspunten zijn, wil Gerard Visser toch naar de diepere eenheid zoeken, naar iets wat uniciteit en singuleriteit, geboorte en dood met elkaar verbindt. Zowel bij Nietzsche als Heidegger gaat het individu volgens hem nog steeds op in een anonieme grond. Dit is niet alleen een fundamenteel filosofisch vraagstuk, maar ook heel concreet dreigt het individu tegenwoordig steeds sneller in de anonimiteit te vervallen – iedereen wordt "een nummer" etc.

Ziel
Het redden van de individualiteit is volgens Visser dan ook dé grote uitdaging voor de moderne filosofie. Zelf onderzoekt hij daartoe momenteel het zielsbegrip van de Duitse theoloog en mysticus Johannes Eckhart von Hochheim, beter bekend als Meister Eckhart (ca. 1260-1328). Hierover zal binnenkort dan ook een nieuw boek van hem verschijnen.

Straatcultuur verdringt individualisme

Eerder deze week werd op het NOS-Journaal aandacht besteed aan het feit dat de zogeheten straatcultuur, die aanvankelijk vooral bestond onder allochtone jongeren in de grote steden, nu ook overgenomen wordt door autochtone jongeren buiten de randstad.

Wij versus ik
Kenmerkend voor deze straatcultuur is niet alleen het rauwe taalgebruik en het eergevoel, maar vooral het feit dat het een collectieve, een wij-cultuur is. Daarmee staat de straatcultuur tegenover de individualistische ik-cultuur, waarbij het veel meer gaat om eerlijkheid en eigen verantwoordelijkheid.

Groepscultuur
In de straatcultuur zien jongeren zichzelf vooral als lid van een bepaalde groep en treedt die groep als geheel naar buiten. Dat maakt het voor leraren en andere publieke gezagsdragers steeds lastiger om individuele jongeren op hun gedrag aan te spreken. Zij zullen dit nu veel meer via de leiders van groepen moeten doen. Frank van Strijen schreef over dit onderwerp het boek “Van de straat, de straatcultuur van jongeren ontrafeld” en lanceerde de website www.jeugdenzo.nl.

Onzekerheden
Dat de allochtone straatcultuur nu ook overslaat naar “blanke gebieden” heeft velerlei oorzaken. Om te beginnen hebben veel jongeren in de puberteit sowieso de behoefte om ergens bij te horen, maar tegenwoordig zal dat vaak nog versterkt worden door zaken zoals gebroken gezinssituaties en de toenemende onzekerheid van de arbeidsmarkt. Stoer doen was daarbij altijd al een vlucht naar voren en dit wordt nu vooral gedefinieerd door de straatcultuur en de lifestyle van de hiphop-, urban- en rapmuziek.

Stoere taal
In de jongerentaal is al wat langer te zien dat het gebruik van buitenlandse woorden stoer is. Ging dat vroeger vooral om Surinaamse woorden, nu wordt het gebruik van Turkse en Marokkaanse woorden als stoer gezien, met name door autochtone jongeren. Hoewel ze beter weten, gebruiken ze dus bewust zinswendingen uit andere talen en zeggen ze bijvoorbeeld expres “die huis” en “deze meisje”. Correct Nederlands is gewoonweg niet cool. Onnodig op te merken dat zulk taalgebruik, en alle andere uitingen van straatcultuur, zich via internet razendsnel verspreiden.

Collectivisme
Onder wat oudere mensen leidde het individualisme de afgelopen jaren steeds meer tot een “hufterigheid” waarbij individuele zelfontplooiing verschoof naar soms keihard egoxefsme. Dit individuele egoxefsme vertaalt zich de laatste jaren ook in een collectief egoxefsme, in de zin van “eigen groep/volk eerst”. We zien dit het duidelijkst bij het neo-nationalisme van Rita Verdonk en Geert Wilders, maar ook de canon van de Nederlandse geschiedenis en de “VOC-mentaliteit” van premier Balkenende wezen in 2006 al in die richting…

Retour
De opmars van de straatcultuur onder jongeren staat dus niet op zichzelf, maar sluit aan bij het toenemende collectivisme onder volwassen. Hoewel er in een samenleving altijd mensen zijn die meer groeps-, danwel individueel gericht zijn, lijkt het individualisme in z’n algemeenheid nu toch wel langzaam maar zeker op z’n retour. Het belang van het individu, het idee dat elk mens telt, is niet altijd meer vanzelfsprekend…

Links
Mijn eerdere logs:
Individu versus Gemeenschap
Over eer en recht
Westers individualisme
Artikelen elders:
Straatcultuur dringt de school binnen
Internet wordt domein straatcultuur
Reinventing Pronoun Gender (over de veranderingen van voornaamwoorden)

20 jaar zonder Muur

Vandaag is het precies 20 jaar geleden dat op 9 november 1989 de Berlijnse Muur viel. Op talloze manieren wordt hier aandacht aan besteed en het kan daarom ook bijna niemand ontgaan zijn.

Ikzelf ben in dit verband afgelopen zaterdag naar
"20 jaar zonder Muur" in de Amsterdamse Stadsschouwburg geweest, samen met mijn goede vriend Maarten, die hier met een perskaart gratis naar binnen kon en wat mij korting opleverde.

Nieuw
Het was meteen ook de eerste keer dat ik de schouwburg via de geheel nieuw ingerichte ingangspartij betrad, die met het nieuwe cafxc3xa9-restaurant Stanislavksi overigens grotendeels publiekelijk toegankelijk is. De rotonde en ook de grote zaal waren voor de gelegenheid versierd met vlaggen en andere dingen van de vroegere DDR.

Berlijn
Het programma begon met een theatrale lezing door Cox Habbema van het stuk Berlin van de Britse toneelschrijver David Hare. Het schetste een beeld van een zoektocht naar het karakter van het nieuwe, ongedeelde Berlijn. Dat bleek nogal lastig, want van de veelgeroemde kunst, cultuur en het uitgaansleven leek niet veel op te vallen. Pas bij toeval vond de schrijver de geest van de stad in de "voorlopige" gezelligheid van samenzijn met vrienden, met name in de vele kleine zaakjes waarin jongeren met nog veel haar te zien waren, "jongens die van jongens houden, meisjes die van meisjes houden en jongens die van andere meisjes houden"

Generaties
Vervolgens was er een column, uitgesproken door H.J.A. Hofland, die constateerde dat veel jongeren inmiddels geen idee meer hebben van de Muur, de DDR, het Oostblok en de Koude Oorlog. Hij plaatste dit tegen de achtergrond van het feit dat elke generatie volwassen wordt met eigen grote gebeurtenissen: de Tweede Wereldoorlog, de Revolutie van 1968, de Val van de Muur en 11 September 2001. De generatie die na de Val van de Muur geboren is, zal de komende jaren de beslissende indrukken opdoen waarmee zij volwassen zal worden (ik realiseerde me dat een aantal jaren na de Val van de Muur het internet opkwam)

Lubbers
Hierna was het woord aan niemand minder dan Ruud Lubbers, die minister-president van Nederland was toen de Muur viel. Zoals vaker was bij Lubbers weer subtiel te merken dat hij van katholieke huize is, in dit geval door te memoreren dat de val van de Muur onder meer te danken was aan de Evangelische Kirche, Lech Walensa en de paus (Johannes Paulus II). Hij noemde het dan ook nadrukkelijk een overwinning van de geest.

.

Ruud Lubbers nu eindelijk eens zelf op de troon
.

Per ongeluk
Lubbers refereerde ook nog even aan het feit dat de val van de Muur eigenlijk per ongeluk plaatsvond. Dit had ik een aantal dagen eerder ook al in een documentaire gezien: er waren destijds in de DDR veel protesten, waardoor de regering zich genoodzaakt zag iets te doen aan de regeling van het in- en uitreizen, wat destijds nagenoeg onmogelijk was.
Op 9 november 1989 stelde de hoogst verantwoordelijke ambtenaar toen eigenhandig een besluit op dat het in- en uitreizen volledig vrij gaf, zij het pas met ingang van de ochtend van 10 november, zodat er tijd was de grenspolitie te instrueren.

Persconferentie
Het ontwerpbesluit werd naar het Politbureau gestuurd, waar het diezelfde avond werd goedgekeurd zonder dat de heren goed beseften wat de gevolgen zouden zijn. Politbureaulid Gxc3xbcnter Schabowski kreeg het besluit meteen mee voor zijn persconferentie later die avond.
De persconferentie ging helemaal over allerlei andere bureaucratische besluiten, totdat op het eind een journalist uit de zaal vroeg hoe het stond met de nieuwe reiswet. Toen herinnerde Schabowski zich het besluit, zocht het in zijn stapel papieren en las het voor. Een journalist vroeg toen weer wanneer dat besluit in zou gaan, en Schabowski meende dat het met onmiddelijke ingang was:

.

Schabowski maakt de nieuwe reisregeling bekend
.

Open!
Deze persconferentie werd live op de televisie uitgezonden en, hoewel veel mensen het nauwelijks konden geloven, gingen honderden en later duizenden direct naar de grensovergangen in Berlijn. De grenspolitie wist nog van niets, maar de mensenmassa werd op een gegeven moment zo groot, dat ze niet anders konden dan de grens gewoon maar te openen…

xc5 imek
In de Schouwburg was het na de pauze de beurt aan Martin xc5 imek voor de presentatie van zijn nieuwe boek "De vuurvliegjes achterna". Hij begon te zeggen dat 7 november zijn verjaardag was, maar voor hem en zijn ouders werd deze dag altijd overschaduwd omdat dat tevens de dag van de communistische Oktoberrevolutie was.
Met zijn nieuwe boek, waarin hij zijn jeugd en zijn vlucht naar Nederland beschrijft, hoopt hij zijn onheugelijke geboortedag alsnog een beetje goed te kunnen maken. Hij wilde het boek ook niet aanbieden aan een bekende persoon, maar riep daarvoor alle jongeren die na de Val van de Muur geboren zijn uit de zaal naar voren. Gelukkig waren er wel een redelijk aantal aanwezig, maar helaas durfden maar twee jongens ook daadwerkelijk naar het podium te komen…

.

Martin Simek presenteert zijn boek aan 2 jongeren
.

Facade
Hoogleraar financiele geografie Ewald Engelen begon zijn column met de observatie dat de grapjes die in de DDR over het communistische systeem werden gemaakt, niet alleen voorkwamen bij de bevolking, maar ook bij de hogere kaders. Dit was een teken dat zij er zelf niet meer in geloofden, en dat de DDR hooguit nog een facade was, een Potemkindorp.
Ook Nederland vertoont steeds meer trekjes van zo’n facade, betoogde Engelen: ook bij ons gaat het niet meer om verkeersveiligheid, maar om het aantal bonnen, niet meer om goed onderwijs, maar om citotoetsscores. Het wachten is nu dus alleen nog op zelfspot onder onze bestuurders…

Afsluiting
Het programma werd tenslotte afgesloten met het stuk Wall, wederom van David Hare, maar dit keer voorgedragen door Hans Croiset. Hierin ging het om een Muur die nog in aanbouw is, namelijk de muur, of offcieel het Hek, tussen Israxc3xabl en de Westelijke Jordaanoever.
Het einde hiervan kon ik echter niet meer afwachten, want ik moest de trein terug naar huis halen. Voor de bezoekers die nog wel wilden blijven zou er in de ronde hal nog een heuse Russendisko gehouden worden, met Vodka en andere Ostalgie. Deze log besluit ik met Wind of Change van de Scorpions, dat hxc3xa9t lied van de Mauerfall geworden is:

.

.

 

En hier begon het mee: Paneuropa Picknick

Westwerken en dichtwerken

Afgelopen zondag was ik wederom bij een poxc3xabziebijeenkomst in Utrecht. Dit keer was het de presentatie van de nieuwe dichtbundels van Maarten Das en Nanne Nauta, beide uitgegeven bij De Contrabas onder de titels Schuilkerk, resp. Kruissonnetten. Mede vanwege deze namen was als locatie gekozen voor de Utrechtse Nicolaxc3xafkerk.

Westwerk
Bij deze kerk viel mij al meteen op dat hij een Romaanse oorsprong had, maar dat hebben wel meer oude middeleeuwse kerken. Echter deze kerk heeft ook nog een zogeheten westwerk. Dat houdt in dat de westgevel van de kerk een apart gedeelte vormt en ook twee torens heeft. Zulke westwerken zijn in Nederland vrij zeldzaam geworden. Het bekendste en duidelijkste voorbeeld is waarschijnlijk de Onze Lieve Vrouwekerk in Maastricht.

Westkant
Het westwerk was een bijzondere combinatie van praktische en symbolische elementen, dat prachtig weergeeft hoe kerk en wereld in de middeleeuwen verbonden waren. Katholieke kerken werden altijd in oost-westrichting gebouwd (ge-orixc3xabnteerd). In het oostelijke deel stond dan het altaar, want in het Oosten kwam de zon (symbool voor Jezus Christus) op. Dit deel van een kerk gold daarom als de plek waar God aanwezig was.

Oostkant
Het tegenoverliggende westelijke gedeelte gold dan als de plek voor de wereldlijke heerser, die in de middeleeuwen kerk en geloof moesten beschermen tegen de duistere machten van de wereld (in het westen gaat immers de zon weer onder). Tegen de westgevels van kerken staan daarom dan ook torens met klokken – die werden geacht duivels en boze geesten af te schrikken.

Symboliek
Kerken met een westwerk geven deze symboliek van de westkant extra goed weer. Onder andere doordat het westwerk soms bijna een kasteel leek, als een sterke afweer tegen de boze buitenwereld. Binnenin het westwerk waren dan meerdere verdiepingen, met meestal een soort balustrade waarop de wereldlijke vorst daadwerkelijk aanwezig kon zijn om op verheven wijze de mis aan het altaar aan de oostkant van de kerk bij te wonen:


Balustrade aan de westkant van de Nicolaikerk,
waarop tegenwoordig een orgel staat

Dichtwerk
Tegenwoordig komt de band van kerk en wereld in de Nicolaxc3xafkerk alleen nog tot uiting in bijeenkomsten zoals bijvoorbeeld de presentatie van dichtbundels afgelopen zondag. Waar ik overigens niets aan wil afdoen, want het is in deze tijd al heel wat dat er weer dichters zijn die religieuze en bijbelse thema’s in hun gedichten (durven) laten doorklinken.

Voordracht
Bij de presentatie kwam dat bovendien mooi tot uiting met enkele gedichten van Nanne Nauta, die door het gezelschap Octagon werden voorgedragen op de manier van klassieke kerkmuziek. Maarten Das las enkele van zijn gedichten zelf voor en ook werden beiden nog ondervraagd over hun werk. Tot slot waren de nieuwe bundels uiteraard ook te koop en was er gelegenheid ze te laten signeren:


Maarten Das signeert zijn nieuwe bundel

Slot
Na afloop van de presentatie ben ik nog met de presenterende dichters en enkele andere gasten meegegaan om wat te drinken in het Louis Hardloopercomplex, een hippe bioscoop met eet- en drinkgelegenheid. Met Maarten, Nanne en diens vrouw hebben we daar tenslotte ook nog lekker gegeten.