Mxc3¡xima koningin?!

Het afgelopen weekend rakelde De Telegraaf een kleine, maar veelzeggende kwestie omtrent prinses Mxc3¡xima weer op, namelijk de vraag of zij na de troonsbestijging van Willem-Alexander koningin wordt, danwel prinses blijft.

Discussie
Deze vraag is bij hun huwelijk in 2002 door de toenmalige premier Kok in het midden gelaten, hetgeen ook toen al enige discussie opriep. Volgens bericht van De Telegraaf blijkt nu in elk geval de meerderheid van de Tweede Kamer voorstander van de titel koningin te zijn.
Het feit dat er over deze kwestie xc3xbcberhaupt discussie is, geeft echter wel aan dat er kennelijk nog genoeg invloedrijke men- sen zijn die de tradities van de monarchie niet zien zitten.

Discriminerend?
Als tegenargument valt dan bijv. te horen dat het "discriminerend" zou zijn wan- neer de man van een koningin ‘slechts’ prins is (zoals prins Claus of prins Bern- hard), terwijl de vrouw van een koning koningin wordt.
Met een man op de troon zou zijn vrouw dus een hogere titel krijgen, dan wan- neer er een vrouw op de troon zit, en dat wordt door sommigen kennelijk gezien als discriminatie van de vrouw.
Het moge duidelijk zijn dat dit bijzonder geforceerd en ver gezocht is en boven- dien helemaal voorbijgaat aan het feit dat juist de erfelijke monarchie (in zijn hui- dige vorm) een volstrekt eerlijke kans (nl. door eerstgeboorte) biedt dat een vrouw het allerhoogste ambt kan bekleden!

Bevoegheden?
Een ander tegenargument is dat een koning met een koningin verwarrend zou zijn, omdat een regerende koningin staatsrechtelijke bevoegdheden heeft, terwijl een koningin aan de zijde van een koning die niet heeft.
Ook dit argument is onzin, want deze bevoegdheden komen volgens de Grondwet alleen toe aan het regerend staatshoofd. In de Grondwet is trouwens alleen sprake van ‘de koning’, maar het is zonder meer duidelijk dat daarmee ook de koningin bedoeld wordt.

Normaal
Tenslotte gaan de mensen die Mxc3¡xima prinses zouden willen laten blijven ook dermate tegen eeuwenoude en internationale gebruiken in, dat ze eigenlijk nau- welijks serieus te nemen zijn. Niet alleen weet elk kind dat de vrouw van een koning de koningin is, ook in andere, zeker niet achterlijke monarchixc3xabn is dat de gewoonste zaak van de wereld.

Verwachting
Ik verwacht wel dat Mxc3¡xima uiteindelijk gewoon koningin zal worden, maar dan zal ze dat waarschijnlijk voornamelijk te danken hebben aan het feit dat de Neder- landse bevolking haar die titel massaal zal gunnen.
Dat zal dan ingaan tegen de nogal onbedwingbare neiging die bijna elke zich enigszins beter opgeleid achtende Nederlander heeft, om te zoeken naar zogenaamd rationele argumenten tegen alles wat traditie heet te zijn…

Wanstaltig
Dat zelfs iemand als koningin Beatrix schijnbaar voor zulke meningen overstag is gegaan, blijkt o.a. uit de wanstaltige titels die de kinderen van haar zonen Friso en Constantijn hebben gekregen.
Die hebben namelijk bij hun geboorte de titel van ‘graaf van Oranje-Nassau, jonk- heer van Amsberg’ (c.q. de vrouwelijke vorm daarvan) gekregen, terwijl het nota bene kinderen van prinsen en kleinkinderen van een koningin zijn!
Deze kinderen hebben dus een lagere titel gekregen dan hun vader, iets wat in vroeger eeuwen alleen gebeurde met (buitenechtelijke) bastaardkinderen. Bovendien is dat ook nog eens gedaan door de erfelijke titel van prins van Oranje- Nassau eigenmachtig en ad hoc te wijzigen in die van graaf.
Zulk een minachting voor eeuwenoude adellijke tradities is iets wat je waarschijnlijk alleen in Nederland tegenkomt…

Britse Ponden

In een eerdere log schreef ik dat de huidige euromunten en -bankbiljetten helaas niet uitblinken door hun fraaie vormgeving.
Dat het ook anders kan laten de Britse munten en bankbiljetten zien. Zoals bekend doet Groot-Brittannixc3xab niet mee aan de euro, waardoor daar het aloude pond sterling nog de officixc3xable munteenheid is.

Vormgeving
Zowel de Britse munten als bankbiljetten zijn zeer klassiek vormgegeven, maar toch ook weer net zo dat ze er niet ouderwets uitzien. Zo zijn de bankbiljetten uitgevoerd in frisse pastelkleuren en voorzien van moderne grafische elementen en beveiligingskenmerken. Zie bijvoorbeeld het nieuwe biljet van 20 pond:

Heel mooi
Wat ik zelf heel erg mooi vind aan deze bankbiljetten, is de tekst "Bank of Eng- land" in de prachtig gecalligrafeerde letters zoals die al eeuwenlang op de Britse bankbiljetten staan.
Direct daaronder staat nog steeds de Engelse variant van het "betaalt aan toon- der", dat vroeger ook op Nederlandse bankbiljetten stond. Daarmee werd de functie van het biljet omschreven, namelijk als de belofte van de bank om tegen inlevering ervan het betreffende bedrag (in echt (goud of zilver) geld) uit te betalen.
Heel mooi vind ik ook de hologrammen op de Britse biljetten. Op de eurobiljetten zijn dat nietszeggende grafische vormen, maar de Britse laten een door stralenkransen en loofwerk omringde Vrouwe Brittannia zien: een zeer geslaagde combinatie van een oud embleem en moderne techniek!

Andere bankbiljetten
Bijzonder is ook dat niet alleen de Bank of England bankbiljetten uitgeeft, maar dat ook drie Schotse banken, vier Noord-Ierse banken en de eilanden Jersey, Guernsey en Man dat eveneens doen!
De bankbiljetten van de Schotse en Noord-Ierse banken zijn weliswaar geen wettig betaalmiddel, maar worden wel als betaalmiddel geaccepteerd omdat ze door de Bank of England gedekt zijn.
Zelfs wat het geld betreft zien we dus dat men in Groot-Brittannixc3xab door privatise- ring weer is teruggekeerd naar de situatie van vxc3xb3xc3xb3r dat alles in handen van de centrale nationale overheid kwam.

Links
– Bank of England: Banknotes
– Wikipedia-artikel: British banknotes

Rubens & Brueghel

Afgelopen middag ben ik naar de tentoonstelling Rubens & Brueghel samen in museum het Maurits- huis in Den Haag geweest.

Museum
Het Mauritshuis is een prachtig 17e eeuws pand, vlak naast het torentje van de premier bij het Binnenhof. Voor de gelegenheid van deze tentoonstelling was er een heel drijvend paviljoen op de Hofvijver geplaatst, met daarin de ingang en de catering voor de bezoe- kers.
Zoals bij dit soort grote tentoonstellingen gebruikelijk, was dat allemaal fraai uitgevoerd, alleen wat minder handig vond ik de bewegwijzering: mede door de externe entree werd het een heus doolhof om de geplande route te lopen…

Inrichting
De schilderijen waren te zien in zalen die behangen waren met stof in het ken- merkende barokmotief, waarover ik in een eerdere log al iets schreef. Naast de gelegenheidstentoonstelling waren op de eerste etage ook schilderijen uit de vaste collectie te zien, die net zo waren opgehangen als dat in vroeger eeuwen gebruikelijk was, namelijk naast en boven elkaar zodat de hele muur vol hing!

Thema
Het thema van de tentoonstelling was de bijzondere samenwerking tussen de Vlaamse schilders Peter Paul Rubens (1577-1640) en Jan Brueghel de Oude (1568-1625). Deze laatste moet niet verward worden met zijn vader, de nog beroemdere Pieter Brueghel de Oude.
Genoemde Rubens en Brueghel waren zelf topschilders, maar dat weerhield hen er niet van om ook samen schilderijen te maken, waarin elk van beide dat schil- derde waar hij het beste in was.
Een goed voorbeeld van wat voor schilderijen er te zien waren, is dit doek, dat echter door Brueghel alleen geschilderd is:


De intocht van de dieren in de Ark van Noach,
door Jan Brueghel de Oude, 1613

Schilderijen
Zulke afbeeldingen zijn vaak al heel mooi, maar in het echt zijn de schilderijen altijd nog veel mooier: de kleuren zijn zo diep, levendig en intens, dat dat in druk- werk of digitaal nooit zo mooi overkomt als in het echt.
Helemaal geldt dat voor de schilderijen op deze tentoonstelling, die stuk voor stuk een enorme kleurenpracht laten zien. Brueghel schilderde de natuur en de dieren met een uiterst gedetailleerde perfectie en Rubens de menselijke figuren (en een enkel groot dier) met de pompeuze kracht en vurigheid die zo kenmerkend is voor de barok (zie daarover mijn eerdere log Barock).

Mooi
Wat ik zelf ook heel mooi vond was de kenmerkende manier waarop Jan Brue- ghel zijn boslandschap schildert: de bomen zien er een beetje stripboekachtig uit, maar door zijn heel eigen blauwgroene kleur waarmee de bossen in de verte verdwijnen, gaat er een haast sprookjesachtige sfeer van uit…
Van de gespierde en wulpse mans-, resp. vrouwspersonen van Rubens ben ik nooit zo heel erg weg, maar ik moet wel zeggen dat het prachtig is hoe hij hun huid schildert alsof het van satijn is…

Homodiversiteit

Homodiversiteit klinkt als een contradictio in terminis: homo komt immers van het Griekse woord homoios dat ‘gelijk’ betekent en dus het tegenovergestelde is van diversiteit. Homodiversiteit lijkt dus een paradox, maar dat geldt voor ons hele bestaan, alleen al omdat wij mensen een mix van lichaam en geest zijn…

Verscheidenheid
Maar nu wat concreter: homo’s zijn een minderheidsgroep en volgens de gang- bare opvatting is daarvoor alleen plaats, als er in de maatschappij sprake is van een redelijke diversiteit of pluriformiteit. Als niet iedereen volgens xc3xa9xc3xa9n en hetzelfde standaardpatroon hoeft te leven of zich gedwongen voelt te leven. Als er ruimte is voor verschillen en voor individuele vrijheid en eigenheid. Daarbij is het de kunst om desondanks te zorgen voor een gezonde verbondenheid, voor solidariteit en voor eenheid in verscheidenheid…

Homo-emancipatie
Voor homo’s (en diverse andere minderheden) is die ruimte er in de afgelopen 40 jaar gekomen: homo’s zijn redelijk algemeen geaccepteerd en ze hebben de nodige (en onnodige) rechten gekregen. Voor die emancipatie is wel de nodige en onvermijdelijke ‘strijd’ geleverd, met als meest zichtbare uiting de jaarlijkse Gay Pride Canal Parade in Amsterdam (waarover ik in een eerdere log schreef).

Vlag
In het begin werd deze emancipatiestrijd nog gevoerd onder ‘de vlag’ van de roze driehoek: het teken waarmee homo’s door de Nazi’s werden gestigmatiseerd, zoals de Joden met de gele jodenster. Na de oorlog werd de roze driehoek een geuzenteken in de strijd tegen de conservatieve maatschappij.
Toen de emancipatie haar voltooiing naderde, werd de driehoek eind jaren ’70 geleidelijk aan, maar uiteindelijk volledig vervangen door de bekende regenboog- vlag (zie mijn eerdere log Regenboogvlaggen).

Veelkleurigheid
Met die vlag wilde men tot uitdrukking brengen dat het niet meer louter om het bevechten van rechten voor de eigen groep ging, maar om een veelkleurige, een regenboogkleurige samenleving, waarin plaats zou zijn voor iedereen: de homobe- weging als voorhoede van de flower power uit de jaren ’60…
Dit ideaal werd in de hele cultuur van die tijd op alle mogelijke kleur- en fantasie- rijke manieren uitgedrukt en in de gayscene tot in de grootst mogelijke extrava- gantie doorgevoerd.

Gewoon?
Van deze veelkleurige idealen is inmiddels niet zo veel meer over: de samenleving is hard en zakelijk geworden en minderheden worden als probleemgevallen gezien. De homominderheid heeft zich echter tamelijk keurig weten te assimi- leren en integreren. "Homo’s zijn net gewone mensen, op dat ene na", hoor je dan vaak zeggen…
De meeste homo’s zijn nauwelijks meer van hetero’s te onderscheiden, hetgeen ze ook zelf nog extra menen te moeten benadrukken middels het zgn. ‘straight- acting’ en het afkeuren van het totaal verkeerde beeld dat van de Gay Pride uit zou gaan…

Gevolgen
Deze aanpassing en reactie is heel begrijpelijk, aangezien slechts weinigen graag als lid van een opvallende minderheid door het leven willen gaan. Maar het gevolg daarvan is wel, dat het allemaal weer erg eenvormig wordt, dat veelkleurig- heid weer plaatsmaakt voor zwart-wit…
En dat niet alleen in de samenleving als geheel, maar zelfs binnen de homoge- meenschap zelf: meer en meer lijkt stoere mannelijkheid de norm te worden, worden vrouwelijke trekjes als (valse) nichterigheid bestempeld, worden homo- evenementen slecht voor de beeldvorming gevonden, etc, etc…

Verloren
Zoals de trouwe lezers van deze mijn weblog zullen weten, houd ik zelf erg van kleurigheid in vele vormen en manieren. Toch is het niet alleen daarom dat ik bovengenoemde ontwikkelingen te betreuren vind. Er gaat namelijk ook een ideaal mee verloren, een ideaal van een tolerante, veelkleurige samenleving – van diversiteit

Ideaal
Nu ben ik ook weer geen voorstander van ongeremd individualisme of van tole- rantie die eigenlijk onverschilligheid, of nog erger: egoxc3xafsme, is. Maar wel geloof ik dat eenheid in verscheidenheid, het evenwicht tussen individu en gemeenschap, iets is waarnaar we altijd zouden moeten blijven streven, willen we niet weer vervallen in de dictatuur van eenzijdige eenvormigheid – van homogeniteit…

Uitdragen
Daarom zou ik graag zien dat de homobeweging (oppervlakkige) tolerantie en diversiteit niet alleen maar zou gebruiken om (nog meer) rechten af te dwingen, maar dat ze vanuit (echte) verbondenheid en solidariteit ook zou proberen om veelkleurigheid als ideaal uit te dragen, zowel naar de samenleving als geheel, als naar haar eigen achterban…!

Wel en niet
Ik wil hiermee zeker niet zeggen dat elke homo zich dan ook meteen maar als ‘huppelnicht’ zou moeten gedragen, dat zou uiteraard weer geen recht doen aan hun diversiteit.
Wel vind ik dat homo’s niet volledig in de grote grijze massa zouden moeten willen opgaan en tenminste hun kleurrijke voormannen en evenementen zouden moeten koesteren, o.a. door op een meer positieve manier om te gaan met het stereotype beeld dat daarvan uitgaat.
Want hoewel dat beeld soms genant kan zijn, gaat er toch ook een oproep tot verscheidenheid van uit. Voor seksueel getinte uitingen kan je je schamen, maar op diversiteit kan je trots zijn!

Legitimatie
Bovendien kan dat bredere ideaal ook dienen als een soort van maatschappelijke legitimatie voor homo’s (en andere minderheden). De acceptatie van homoseksu- elen berust tegenwoordig voornamelijk op de principes van de gelijk(waardig)heid en het verbod op discriminatie wegens seksuele voorkeur.
Het nadeel daarvan is mijns inziens, dat het eerste principe leidt tot een houding van "we zijn allemaal gelijk, dus pas je maar aan" en het tweede principe daarop slechts de uitzondering maakt voor "dat ene", de gelijkgeslachtelijke seks dus…
Als we ons louter daaraan vasthouden, dan zijn we in laatste instantie afhankelijk van de vraag of en in hoeverre de seksuele moraal van de meerderheid ‘afwijkende’ seks toestaat…

Cultuur
Dat vind ik niet alleen een te wankele, maar ook een te smalle basis: er is veel meer in het leven dan alleen seks. Bovendien vind seks doorgaans toch al ‘achter de voordeur’ plaats, dus vergt de acceptatie daarvan ook niet bijster veel toleran- tie.
Het zijn juist de meer uiterlijke en culturele uitingen waar mensen moeite mee hebben en daarom moet vooral op dat vlak steeds gewerkt worden aan diversiteit en verscheidenheid.
Een prachtige taak dus voor de homobeweging, om, verder kijkend dan alleen seksualiteit en ‘homorechten’, zich weer als voorhoede van culturele diversiteit op te werpen!

Bagpuss

Het allereerste TV-programma dat ik mij nog uit mijn jeugd kan herinneren is de Engelse poppenserie Bagpuss.

BBC
Achteraf gezien is het misschien wat vreemd dat ik zo jong al naar de Engelse televisie keek, maar ik denk dat dat komt doordat er toen overdag op de Nederlandse TV nog geen kinderprogramma’s waren.
Uit een combinatie van verveling en nieuwsgierigheid ontdekte ik op een gegeven moment, al spelend met de zenderinsteller van het televisietoestel, dat we ook de BBC konden ontvangen. Hoewel we dicht bij de kust woonden, was dat met de toenmalige TV-antennes op het dak wel afhankelijk van gunstige weersomstandigheden.
Eenmaal de BBC ontdekt hebbende, waren die programma’s in een vreemde taal natuurlijk hartstikke interessant, mede ook doordat de BBC toen nog zeer goede programma’s maakte. Zo heb ik jarenlang diverse hele leuke kinder- en jeugdpro- gramma’s kunnen kijken.

Bagpuss
Het eerste programma was dus, zoals gezegd, Bagpuss. Dit was een poppen- serie die genoemd is naar een bolronde wit-roze gestreepte kat, die woont in de bric-a-brac-winkel voor gevonden voorwerpen van Emily.
Bagpuss zelf speelde in de serie echter nauwelijks een rol, want in plaats van muizen te jagen keek de dikke en luie kat gewoon toe wat de muizen allemaal uitspookten!
In elke aflevering bracht Emily een nieuw gevonden voorwerp mee. Als zij dan weer weg was, werd Bagpuss wakker en kwamen de speelgoeddieren en -poppen in de winkel tot leven. Naast een kikker, een specht en een pop waren dat in de eerste plaats enkele hyperactieve muizen. Met z’n allen keken ze dan wat het nieuwe voorwerp was en werden er verhaaltjes over verteld en liedjes over gezong- en.


Het decor met Bagpuss en de andere poppen

Populair
Er zijn in totaal maar 13 afleveringen van Bagpuss gemaakt. Desondanks heeft de serie zo’n indruk gemaakt dat Bagpuss nu tot de BBC Cult Classics behoort, er diverse particuliere websites over zijn en nog steeds talloze fans kent.
Ook zijn er enkele kinderboeken van de serie gemaakt en is er een video en een dvd met daarop alle originele afleveringen.

Links
– BBC Cult Classics: Bagpuss
Bagpuss & Co
Bagpuss

Secretaris-generaal

Sinds 1 januari hebben de Verenigde Naties een nieuwe secretaris-generaal, namelijk de Zuid-Koreaan Ban Ki-moon, die alszodanig de opvolger is van Kofi Annan.

Verkeerd
Veel mensen zal waarschijnlijk niet precies duidelijk zijn wat de functie van secretaris-generaal nu precies inhoudt, temeer daar de media er ook vaak een heel verkeerde voorstelling van geven. Regelmatig hoor en lees je namelijk "VN-baas Ban Ki-moon" of "NAVO-baas Jaap de Hoop Scheffer", om nog maar eens een andere bekende secretaris-generaal te noemen.
Als je dat zo hoort of leest lijkt het dus alsof een secretaris-generaal het hoofd, de baas van de VN of de NAVO is. Maar dat is helemaal niet zo, want anders zou hij immers wel directeur(-generaal) of iets dergelijks geheten hebben…

Administratie
Een secretaris-generaal is dus geen baas, maar, zoals de naam al aangeeft, een secretaris: iemand die een organisatie bijstaat voor de adminstratieve zaken. We kennen deze functie allemaal wel van de voetbalvereniging of van de studenten- vereniging.
En precies zoals dat bij een kleine vereniging is, zo hebben ook hele grote ‘vere- nigingen’ een secretaris. Deze wordt dan secretaris-generaal genoemd omdat hij het werk niet in zijn eentje doet, maar aan het hoofd staat van een soms behoor- lijk grote administratieve organisatie (bij de VN het Secretariat).
De term ‘generaal’ betekent in dit soort gevallen ‘algemeen’ omdat een secretaris- generaal in zijn organisatie gespecialiseerde secretarissen onder zich heeft.

Democratisch
Dat een secretaris-generaal niet de "baas" van de VN of de NAVO is, komt omdat dit als het ware vereningen zijn: de VN een politieke vereniging van bijna alle landen van de wereld en de NAVO een militaire vereniging van 26 trans-atlan- tische landen.
Deze landen nemen aan die organisaties deel op basis van gelijkheid: het zijn dus democratische verenigingen, waarbij de algemene ledenvergadering het hoog- ste orgaan is en het laatste woord heeft.
Het is dus nadrukkelijk niet zo dat die landen zich aan een "baas" onderworpen hebben. De secretaris-generaal verleent "slechts" ondersteunende administratieve diensten.

Praktijk
Strikt formeel gezien is de betiteling van een secretaris-generaal als "baas" dus niet correct, maar toch is er wel enige grond voor. Hoe mooi een democratische samenwerking van zoveel landen in theorie ook moge zijn, in de praktijk blijkt het vaak tamelijk onwerkbaar en zeer lastig om met zovelen concreet iets tot stand te brengen.
Daarom speelt de secretaris-generaal toch geregeld een grotere rol dan alleen als zijnde het hoofd van de administratieve ondersteuning. Iemand kan in z’n eentje immers veel slagvaardiger optreden, dan een grote ledenvergadering. Bovendien is de secretaris-generaal vanuit zijn eigen positie doorgaans als beste op de hoogte van alle ins-and-outs van de zaken die spelen…

Media
Een ander aspect dat hierbij meespeelt zijn de media: de persoon van de secre- taris-generaal leent zich namelijk veel makkelijker voor snelle berichtgeving, dan ellenlange, saaie en onoverzichtelijke vergaderingen.
En aan de andere kant spreekt 1 "baas" altijd (vaak letterlijk) meer tot de verbeel- ding van de nieuwsconsument, dan een meer of minder goed gevulde vergader- zaal. Een verschijnsel dat we in de nationale politiek ook steeds meer zien…

(zie ook het soortgelijke geval van de voormalige secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie)

PS: dit is mijn 200e log hier!

Austin Scarlett

In een eerdere log vermeldde ik terloops al de Amerikaanse mode-ontwerper Austin Scarlett, die meedoet aan het RTL 5-programma Project Catwalk, waarin jonge mode-ontwerpers strijden om toegang tot de professionele modewereld.
Omdat ik wel hou van creatieve en extravagante vormgeving, heb ik dat programma nu een paar keer gevolgd. Austin Scarlett viel me daarbij om meerdere redenen op, zodat ik bij deze een aparte log aan hem wijd.

Flamboyant
Austin L. Scarlett is een 26-jarige mode-ontwerper, geboren in Eugene, Oregon, USA. Wie hem ziet, ziet in zijn hele doen en laten het volmaakte stereotype clichébeeld van een homo, maar dan wel op een positieve manier, dus zo dat je eerder zegt flamboyant dan nichterig en eerder verfijnd dan verwijfd.
Ik weet dat ook veel homo’s een afkeer van dit stereotype beeld hebben, maar ik persoonlijk heb het liever dan de zgn. “straight-acting” waarbij het ideaal zo stoer en mannelijk is, dat je geen verschil met heteromannen meer ziet…

Droom
In zijn laatste interview bij genoemd programma gaf hij zelf ook een prachtige verklaring voor zijn heel eigen manier van doen:
“I would love to set an example to any dreamer – maybe not the most popular kid in school, but anyone who’s different – who has a dream to always stick to that dream”
“No matter how many people tell you to walk a certain way, act a certain way, dress a certain way, design a certain way, you can’t listen to them. You have to be true to yourself. No matter what.”

Carriere
Austin is opgeleid aan het gerenommeerde Fashion Institute of Technology in New York, waar hij zich specialiseerde in avondkleding. Na zijn afstuderen werkte hij in het archief van het aan die opleiding verbonden museum, waar hij zich de techniek en stijl van oude meesters eigen kon maken.
In 2001 ging hij werken als kostuumdesigner bij de filmstudios van MGM en Paramount. Na een jaar keerde hij echter al weer terug naar New York, waar hij o.m. deelnam aan het eerdergenoemde programma Project Runway (in Nederland Project Catwalk genoemd). Sinds januari 2006 werkt hij als ontwerper bij Kenneth Pool bruidsmode.

Ontwerpen
De kledingstukken die hij in genoemd programma maakte spraken mij wel aan, omdat ze fantasierijk, maar niet al te geforceerd en extreem zijn, zoals toch vaak het geval is in de mode. Zijn ontwerpen zijn eerder nogal klassiek, maar desondanks kennelijk toch goed genoeg, dat hij er steeds een ronde verder mee wist te komen.

Details
Zijn stijl is ook goed te zien bij de collectie die te zien is op zijn homepage. Het zijn allemaal ontwerpen volgens stijlen uit de 17e, 18e en begin 19e eeuw. Wat mij, als kenner en liefhebber van ridderordes, daarbij bijzonder opviel en aanspreekt, zijn enkele details die aan ordetekens refereren:


Twee ontwerpen van de hand van Austin Scarlett, met rechts duidelijk een accesoire gebaseerd op een ordeteken en links met losse draadjes, net zoals die waarmee vroeger ordesterren op jasjes waren genaaid

Wereldje
Austin Scarlett is, hoewel een heel stuk jonger, in veel opzichten vergelijkbaar met de 2 jaar geleden op tragische wijze omgekomen Duitse modekoning Rudolph Moshammer, over wie ik in een eerdere log heb geschreven.
Overigens zullen zij niet de enige zijn, want de modewereld is bij uitstek een plaats waarin je dit soort opmerkelijke creatieve mensen tegenkomt…

Links
– Homepage: www.austinscarlett.com
– Hilarische impressies van Project Catwalk!
– Interview: “Austin-tatious
– Artikel: “Scarlett fever: Austin talks
– Log: “Mijn favoriet is een wufte jongen met de Cluedo-naam Austin Scarlett
– Project Runway Fansite: www.theprojectrunway.com

Zomaar…

… een fraai motief…

… in de barokke stijl van 18e eeuws behangsel.

Deze uitbundige en zeer weelderige stijl is momenteel weer helemaal in de mode, als tegenreactie op de strakke en zakelijke trends uit voorgaande jaren.
We zien deze barokke stijl nu dan ook in de meest gekke kleurcombinaties toe- gepast op de meest uiteenlopende voorwerpen, van bekers tot lampekappen tot, uiteraard, behangpapier!

(Zie over deze stijl ook mijn eerdere logs Barock en Franse luxe)

Spinvis

Gisteravond is op het popfestival Noorderslag in Groningen de Popprijs uitgereikt aan Spinvis.

Apart
Spinvis is de artiestennaam van Erik de Jong, een Nederlandse muzikant die heel aparte Nederlandstalige teksten zingt onder begelei- ding van de meest diverse instrumenten of computersounds.

Indruk
Ikzelf was erg onder de indruk van zijn num- mer "Wespen op de appeltaart", waarin bezongen wordt hoe iemand zijn dag in een bejaardenhuis (of zelfs een inrichting?) beleeft, en wel op zo’n sfeervolle manier dat het net is alsof je het zelf meemaakt. De tekst van dit nummer gaat als volgt:

Wespen op de appeltaart

het is een hele mooie dag vandaag
de stoelen gaan naar buiten
ener hangen nieuwe slingers in de heg
meneer van Ouwenaar zet alle dingen recht
hij fluit heel vals en fluit naar de portier

er is behoorlijk wat bezoek vandaag
wespen op de appeltaart de koffie komt voorbij
ik vind het best
ik zou niet weten wie er jarig is hoera
of hoe het nou toch verder moet met mij

en de dag is kort en de dag is lang
savonds zijn er stemmen en een liedje op de gang
en ik doe precies wat de dokter zegt
goed je groenten eten en niet te laat naar bed

niet met die pen niet op de grond
niet elke keer niet in de zon
niet op die toon niet tegen mij
en de wolken gaan voorbij…

vaarwel vaarwel
ik hoop maar dat er roze koeken zijn…

het wordt een hele mooie dag vandaag
ik weet zeker dat ze komt
want ze was er gisteren ook in donker rood
en de zon scheen en toen aten we chinees
en ik weet zeker dat ze wist dat ik naar haar keek

ze is hier nieuw ze is genoemd naar een prinses
alles is zo anders nu sinds een week en 14 uur precies
ik weet niet wat ze vind maar ik doe mn best
zachtjes praten rustig naar de les

ze is zo stil we drinken thee
het is al laat ze neemt haar pil
die neemt haar veilig mee en zacht
naar het einde van de nacht

slaap wel slaap wel
ik hoop maar dat ze nooit zo droomt als ik…

ze zeggen dat het wel eens frisser worden zou
ze zeggen vaak hetzelfde
en geregeld dat het goed is voor het gras
ik weet nogsteeds niet wie die jarige nou was
en ook niet hoe het verder moet met mij

en de dag is kort
en de dag is lang
’s avonds zijn er stemmen en dat liedje op de gang
en ik doe precies wat de dokter zegt
ik vind alles best
en meneer van ouwenaar zet alle dingen recht…

Albums
Spinvis is in 2002 gedebuteerd en heeft tot nu toe 4 albums op zijn naam staan, te weten:

– Spinvis (2002)
– Nieuwegein aan zee (2003)
– Dagen van gras, dagen van stro (2005)
– Ja! (2006)

Dat laatste album bestaat uit gedichten van Simon Vinkenoog, die doorhemzelf worden voorgedragen, onder muzikale begeleiding van Spinvis.

Links
– Nederlandse homepage: www.spinvis.nl
– Belgische homepage: www.spinvis.be

Goed fout

Nadat ik al diverse keren filosofische cafe’s heb bijgewoond, ben ik gisteravond voor het eerst naar het historisch café geweest, dat werd gehouden in café P96 aan de Prinsengracht in Amsterdam. Ik ben hierheen gegaan op uitnodiging van mijn collega-weblogger Jan Dirk Snel, die het interview zou verzorgen.
Het programma van de avond was tamelijk uiteenlopend, maar laat zich toch goed samenvatten onder de titel die ik ook aan deze log heb gegeven: Goed fout. En zoals dat gaat wanneer goed en fout ter sprake komen, liep de discussie ook hier uiteindelijk behoorlijk hoog op…

Vrouwen
Wat mij aan het publiek van deze avond opviel, was dat er een redelijk normaal percentage vrouwen en meisjes aanwezig was, terwijl die bij de filosofische cafe’s steeds ver in de minderheid waren.
Mogelijk hangt dat samen met het feit dat vrouwen doorgaans meer associatief denken en mannen meer logisch/abstract. En bij filosofie is abstract denken onontbeerlijk, maar bij geschiedenis komt juist associatief denken goed van pas.

Verzet
De avond begon met een column door Gert van Klinken (docent kerkgeschiedenis in Kampen) over de omstreden verzetsvrouw Gezina van der Molen. Zij was een bijzondere, geleerde en gereformeerde vrouw (die bovendien, nota bene, een relatie met een katholieke vrouw had!), die in de Tweede Wereldoorlog o.a. veel Joodse kinderen heeft helpen onderduiken.
Na de oorlog kreeg zij echter ook veel kritiek omdat zij deze kinderen liever in protestants-christelijke gezinnen liet opgroeien, dan ze terug te brengen naar Joodse familieleden.
Van Klinken gaf aan dat het moeilijk is om hier een eenduidig oordeel over te geven, maar dat we ondanks haar mogelijke tekortkomingen, mensen zoals Gezina van der Molen toch niet kunnen missen omdat zij hun rug recht houden wanneer bijna alle anderen door de knieën gaan…

Geschiedenis
Het volgende onderdeel was een interview, door Jan Dirk Snel, met Frank Ankersmit (hoogleraar intellectuele en theoretische geschiedenis in Groningen). Diens enthousiaste en erudiete optreden was zeer interessant, maar zal voor menig historicus misschien wat te filosofisch zijn geweest.
Kern van Ankersmits betoog was dat we een beter begrip van de geschiedenis kunnen krijgen als we daarin helemaal kunnen opgaan, als we erdoor in vervoering raken. Middels zo’n sublieme ervaring kunnen we volgens hem direct toegang tot het verleden krijgen, zonder dat het door wetenschappelijke afstandelijkheid gefilterd wordt.
Dat is ook Ankersmits kritiek op de moderne geschiedbeoefening: die is in de afgelopen 150 jaar zo afstandelijk, rationeel, klinisch geworden, dat we de geschiedenis daardoor nauwelijks meer “aan den lijve” kunnen ervaren.

Subjectief
Ankersmit pleit dan ook voor een hernieuwde subjectiviteit: dat ook het subject, het individu, weer een plaats in de geschiedschrijving krijgt. Niet in de zin van dat iemand de geschiedenis subjectief bekijkt en beoordeelt, maar in de zin van dat de geschiedenis in en vanuit iemands hele persoon en ervaring resoneert en doorklinkt.
Nauw verbonden hiermee is dat historische ervaring volgens Ankersmit niet alleen door middel van kunstwerken, literatuur en muziek opgeroepen kan worden, maar ook door grote historische breuken, die in ons collectieve bewustzijn doorklinken.
Dit is een visie die veel overeenkomsten vertoont met die van de Duitse filosoof Martin Heidegger, die door Ankersmit zelf echter niet genoemd werd.

Goed fout
Na de pauze kwam tenslotte het meest spraakmakende onderdeel van de avond: een discussie tussen Peer Vries (historicus in Leiden) en Robert Lemm. Deze laatste is een zeer eigenzinnige en uitgesproken katholieke schrijver en historicus, die onlangs het boek “Goed fout. Relaas van een Spaanse falangist” publiceerde met daarin het levensverhaal van iemand die vocht aan de kant van de Spaanse dictator Francisco Franco (1892-1975).
Met dit boek wil Lemm laten zien dat de Spaanse burgeroorlog en de dictatuur van Franco in de praktijk een veel genuanceerdere beoordeling vereisen, dan tot nog toe steeds het geval is.

Links-rechts
Franco is iemand die als “fout” bestempeld wordt, maar Lemm vind dat onterecht. Hij geeft toe dat Franco de nodige misdaden heeft gepleegd c.q. laten plegen, maar vind niet dat hem dat per definitie een “fout” of “slecht” iemand maakt. Bovendien is zo’n beoordeling volgens hem erg hypocriet omdat de meeste mensen en bijna alle media tegenwoordig rechtse dictators per definitie fout noemen, maar met linkse dictators een stuk minder moeite hebben.
Zo noemde hij het voorbeeld van de onlangs overleden Chileens dictator Augusto Pinochet, die welhaast als monster wordt afgeschilderd, terwijl een linkse dictator als Fidel Castro doorgaans best acceptabel wordt gevonden… Wat de meer filosofische achtergrond van deze goed-fout beoordelingen is, wilde Lemm tot later bewaren…

Nuancering
Peer Vries gaf toe dat, wat Franco betreft, het niet aangaat om alleen hem “fout” te noemen, want diens linkse tegenstanders waren even gewelddadig en zouden, als zij aan de macht waren gekomen, een vergelijkbaar dictatoriaal bewind hebben gevestigd. Ook gaf hij toe dat in de literatuur en de media linkse dictators inderdaad vaak in een gunstiger daglicht staan, dan rechtse.
Voorts vond Vries dat je met kwalificaties als “goed” en “fout” eigenlijk nauwelijks iets verderkomt en dat het daarom de taak van de historici is om te kijken naar wat de oorzaken en achtergronden waren, die tot zulke vreselijke toestanden en misdaden hebben geleid.

Protest
Gek genoeg riepen juist deze nuanceringen door Peer Vries heftig protest van iemand uit de zaal op. Deze persoon leek te denken dat door die nuanceringen Franco als minder fout werd beoordeeld, en hij protesteerde steeds weer tegen de vergelijking tussen linkse en rechtse dictators, waardoor de discussie minder tussen Lemm en Vries, maar bijna tussen hen beide en die meneer uit de zaal leek te gaan!

Jammer
Hoewel dit het nodige leven in de brouwerij bracht, vond ik het jammer dat er geen plaats en tijd meer was om de verschillende van de avond met elkaar in verband te brengen. De positie van Gezina van der Molen had vergeleken kunnen worden met die van de Spaanse strijders en Robert Lemm is bij uitstek iemand die probeert de geschiedenis vanuit intense persoonlijke ervaringen te schrijven, zoals Ankersmit voorstaat.

Oorzaak?
Op het eind had Jan Dirk Snel gelukkig nog de tegenwoordigheid van geest om Robert Lemm te vragen wat nu volgens hem de achtergrond van de alomtegenwoordige voorkeur voor “links” is. Volgens Lemm ligt de oorzaak daarvoor in het feit dat linkse dictaturen steeds proberen een utopie, een paradijs op aarde te verwezenlijken. En dat is iets dat ons aanspreekt, omdat het appelleert aan onze eigen dromen en fantasiën.
Maar het gevolg van zulke linkse utopische gedachten is wel dat iedereen die niet in dat “plaatje” past, vaak meteen werd/wordt uitgeroeid. Rechtse dictaturen zouden daarentegen alleen maar een krachtige overheid in stand willen houden en alleen die mensen aanpakken die zich tegen het gezag keren.

Dictaturen
Dat is een gewaagde stelling, maar ik denk wel dat het klopt. Alleen zou ik het onderscheid niet willen leggen tussen linkse en rechtse, maar tussen utopische en realistische dictaturen.
Het onderscheid tussen linkse en rechtse dictaturen is namelijk niet altijd even makkelijk. Zo wordt het Hitlerregime doorgaans als rechts gezien, maar was het van origine (nationaal)socialistisch. Bovendien zie we tegenwoordig steeds meer dat ook rechts met utopiën komt, die ten koste van velen worden doorgedrukt… denk hierbij aan het extreme liberalisme en kapitalisme met hun blinde geloof in marktwerking en privatisering e.d….

Schaal
Dictaturen die zich baseren op utopische toekomstbeelden en in de gelegenheid komen om die in de praktijk te gaan verwezenlijken, hebben altijd tot de meest grote verschrikkingen geleid. Dictaturen die het echter alleen maar om een krachtig bewind en dingen als behoud van de status quo ging, waren ook wel wreed, maar meestal op minder grote schaal.
Ik denk dat ook Lemm het wel met dit iets andere onderscheid eens zou zijn, zeker wanneer we zien dat de beperkte dictaturen vaak een katholieke signatuur hadden (Spanje, Portugal, Zuid-Amerika), terwijl de grootschalige en alomvattende altijd louter ideologisch en anti-katholiek waren (Nazisme, Communisme).

Utopiën
Dit onderscheid tussen radicale en op utopiën gebaseerde plannen en een meer realistische en geleidelijke aanpak, vinden we al terug bij de Grieken, maar is in zijn huidige vorm ontstaan met de reformatie in de 16e eeuw – één van de grote historische breuken waar Frank Ankersmit aan refereerde.
Vanaf dat moment werden namelijk hemel en aarde, geloof en ratio, kerk en staat uit elkaar getrokken. Daardoor was de rationele wereldlijke staat er niet meer bij de gratie van het geloof in een God in de hemel en moest er een nieuw, louter wereldlijk doel worden gezocht. En dat werd gevonden in utopiën, in voorstellingen van hoe een ideale wereld eruit zou moeten zien. Hoe dat meestal afliep is hierboven al besproken…

Realisme
Daarentegen besefte men in de katholieke Middeleeuwen dat een ideale wereld slechts die in het Hiernamaals kon zijn. Het was dus zinloos, zelfs goddeloos, om te proberen het paradijs hier op aarde te forceren. Maar dat betekent niet dat middeleeuwers onverschillig waren, integendeel, om in de hemel te komen deden zij ook zoveel mogelijk aan naastenliefde e.d.
Je zou dus kunnen zeggen dat het uitzicht op de hemel de mensen aanspoorde om goed te doen, maar ze ervan weerhield om teveel goed te doen, want teveel is immers ook niet goed!