Kermis

Gisteren ben ik even langs de kermis op de Grote Markt alhier geweest.

Ik vind kermis altijd wel leuk om te zien vanwege het zo kenmerkende en veelkleurige spektakel van lichtjes, geluid en actie

Zelf eraan deelnemen is echter niet zo echt iets voor mij: zweefmolens en andere gevaarlijk draaiende objecten zijn niet zo bevorderlijk voor mijn maag, voor veel spelletjes ben ik niet behendig genoeg en voor gokspelletjes ben ik net weer iets te zuinig c.q. niet hebzuchtig genoeg

Prijs van de kermisToch was er nog wel 1 balwerpspel waarbij je bijna altijd prijs hebt, dus daar heb ik me wel aan gewaagd en zowaar wat gewonnen… dat wil zeggen ik mocht voor een bepaald aantal punten wat uitzoeken.
Ik heb deze keer maar eens niet voor een pluche knuffeldier gekozen, maar voor een lekker stoere Amerikaanse adelaar (zie foto)

Wat mij trouwens opviel, was dat alle kermisexploitanten/medewerkers steeds in hun gewone dagelijkse kloffie staan… waarom dragen zij eigenlijk niet wat flitserende kleding, die meer bij de sfeer van hun attracties past (net zoals in het circus bijvoorbeeld)…?

Filosofie voor de zwijnen

De voorkant van het boek Filosofie voor de zwijnenVanavond ben ik naar een lezing geweest die in het kader van de Maand van de filosofie plaats- vond onder de titel “Filosofie voor de zwijnen“.

Deze lezing werd gegeven door de auteur van het gelijknamige boek, de (rechts)filosoof dr. Klaas Rozemond, en werd afgewisseld met toe- passelijke luchtige tekeningen en dito gedichten, zoals die ook in het boek zijn opgenomen.

Plaats van handeling was de prachtige 16e eeuwse doelenzolder van het gebouw waarin tegenwoordig de Haarlems stadsbibliotheek is gevestigd. Iets minder mooi was misschien dat er maar zo’n 12 toehoorders waren, waaronder zeker 4 mensen van het bibliotheekpersoneel…

Het onderwerp van de lezing was de vraag of een piekerende filosoof geluk- kiger is dan een dom zwijn/varken. Aan de hand van deze vraag werd geke- ken wat diverse oudere en nieuwere filosofen hierover te zeggen hadden.
Het bleek dat dat er eigenlijk weinig nieuws onder de zon is en dat reeds de klassieke filosofen, zoals Socrates en Plato standpunten innamen, die sinds- dien, in diverse varianten, steeds weer door andere filosofen zijn herhaald en/of uitgewerkt.

De antwoorden op de beginvraag varieren daarbij van dat de filosoof de gelukkigere is omdat hij alles doorziet en het lichaam c.q. al het aardse toch niet meer is dan een kerker voor de geest/ziel tot de mening dat de zot, de domme of het dier de gelukkigere is omdat die nergens over hoeft na te denken en simpelweg tevreden en gelukkig is met wat hij of het heeft.

De auteur eindigt zelf met de stelling dat het gaat om een juiste combinatie van beiden: zowel nadenken waar nodig, maar ook proberen afstand te ne- men van het denken en de aardse beslommeringen om dan rustig te kunnen genieten van al het moois dat er is…
Deze opvatting noemt hij het “Porcratisme”: een samentrekking van het domme varken (Latijn: porcus) en de denkende Socrates!

Maar ook deze laatste insteek is niet nieuw, want is niet veel anders dan het principe van de gulden middenweg, van de juiste maat houden, zoals al door Aristoteles betoogd werd en in diens navolging via m.n. Thomas van Aquino het centrale principe van het (katholieke) Christendom werd…

In naam der koningin

Naar aanleiding van de vorige log waarin naar voren kwam dat er bij de rechterlijke macht kennelijk zoiets heerst van wat met enige overdrijving wel een identiteitscrisis genoemd kan worden, hier nog even een korte nadere beschouwing over het “in naam der koningin”…

De rechtbank te AssenDe Nederlandse rechter spreekt recht “in naam der koningin”. Met deze woorden begint het uitspreken van het vonnis en het wordt gesymboliseerd door het portret van de huidige koningin Beatrix, dat in elke rechtszaal hangt. Bovendien staat deze tekst ook bovenaan een dwangbevel waarmee een rechterlijk vonnis in de praktijk ten uit- voer gelegd kan worden.

Het feit dat het portret van de koningin niet meer prominent op de ereplaats achter de (voorzitter van de) rechtbank hangt, maar steeds vaker ergens opzij of zelfs op een zijmuur, duidt erop dat men kennelijk niet meer geheel overtuigd is van datgene waar het portret en de uitgesproken woorden voor staan. Ook menig burger snapt waarschijnlijk niet veel meer van wat de koningin met de rechtspraak en dwangbevelen te maken heeft.

Daarom zou het goed zijn als men eens bij die betekenis zou stilstaan en ook naar de burger toe duidelijk zou maken wat het inhoudt: namelijk dat de rechters, justitie en politie geen instellingen zijn die ons op eigen titel en op eigen houtje lastig vallen, maar dat zij dat doen omdat dat in het belang van de Nederlandse samenleving is…

Wij hebben in Nederland politie, een openbaar ministerie en een rechterlijke macht om de orde te handhaven en geschillen te beslechten, niet omdat zij dat zo leuk vinden of om juristen van werk te voorzien, maar omdat wij allemaal daar baat bij hebben!

Nu zou je dat ook kunnen symboliseren door te zeggen: “in naam van de samenleving” of “in naam van de regering” en in plaats van een portret van de koningin bijvoorbeeld het Nederlandse rijkswapen of zelfs een Neder- landse vlag op te hangen. Deze alternatieven geven echter minder goed aan waar het om gaat, dan wanneer we de koningin daarvoor “gebruiken”.

De koningin staat als formeel hoofd van de regering namelijk niet alleen voor het overheidsapparaat dat voor een ordelijke en leefbare samenleving dient zorg te dragen, maar bovendien ook voor de menselijke kant van de regering.
Daarmee appeleert (de naam en het portret van) de koningin aan het feit dat de overheid niet alleen een bureaucratisch machtsapparaat is, maar juist ook ten dienste van de burgers staat en moet staan.

Door die dimensie erin te betrekken krijgen de instellingen die “in naam der koningin” handelen a.h.w. ook meer krediet omdat dan verwezen wordt naar dingen waar nagenoeg iedereen het wel mee eens moet zijn: niet alleen de macht, maar ook de menselijke kant van de maatschappij…

Open Dag van de Rechtspraak

Het logo van de RechtspraakVanmiddag ben ik in het kader van de Open Dag van de Rechtspraak naar het gloednieuwe gerechtsge- bouw in Haarlem geweest.

Het gebouw op zich is wel mooi geworden, met veel glas en hout en zodanig ontworpen dat het ondanks zijn grootte nauwelijks alszodanig opvalt tussen de oude gebouwen in de oude binnenstad.

Ook mooi zijn altijd de vele informatiefoldertjes en pennen die je op zulke dagen door aardige meneren en mevrouwen aangeboden krijgt. Er waren ook diverse gelegenheden waarbij uitleg werd gegeven over aspecten van de rechtspraak, maar dat was voor mij niets nieuws, dus liet ik deelname daaraan graag aan anderen over.

Minder mooi was echter dat sommige stands en kraampjes waren opgezet in de kleine zittingszalen: de stoelen voor het publiek waren allemaal op het podium voor de rechters gedumpt en de kraampjes pal daarvoor neergezet…

Zoiets getuigt niet bepaald van respect en ontzag voor de rechtspraak: een zittingszaal is dan wel geen gewijde ruimte, maar wel een ruimte waar niet achteloos mee mag worden omgegaan, aangezien het een ruimte is waar over belangrijke, ingrijpende en soms zelfs levensbelangrijke zaken wordt beslist.

De binnenplaats van het gerechtsgebouw in HaarlemVan deze achteloosheid getuigde ook de manier waarop het, overigens bijzonder kale, portret van de koningin was opgehangen: in principe recht achter de rechters, maar in de grote zalen, waar er op die plek een groot projectiescherm hangt, had men het maar in een hoek naast een deur gehangen en ook in een andere zaal had men het in een hoek gehangen omdat anders een deel van het kunstzinnige schilderwerk op de muur erdoor afgedekt zou worden…

Ook dit getuigt weer van een triest gebrek aan eigenwaarde en zelfrespect: in Nederland wordt het recht gesproken “in naam der koningin” en als men dat zo zegt, dan moet men daar ook voor staan en het portret dat onze koningin symboliseert, daar hangen waar het hoort: op de ereplaats.
Elke afwijking daarvan doet tegelijk afbreuk aan datgene waarvoor de rechters daar zitten: niet voor de persoon van de koning(in), zoals soms weleens oppervlakkig wordt gedacht, maar voor dat waar ook de koning(in) weer voor staat: voor de Nederlandse samenleving!

Ik heb het al even genoemd: de kunstwerken waarmee de zittingszalen versierd zijn. Die bestaan uit muurschilderingen en zijn in elke zaal in een andere kleur en staan telkens voor een ander aspect van het thema “de nuances van de taal”.
Op zich is dat een toepasselijk thema voor de rechtspraak, waarbij het immers voor het grootste deel om taal(gebruik) gaat. Maar de manier waarop het in dit geval is vormgegeven is eigenlijk onacceptabel voor zittingszalen, iets wat veel rechters ook te kennen hebben gegeven.

In een zaal is bijv. het woord “feit” in allerlei talen op de muur geschilderd en in een andere zaal een hele reeks diverse woorden. Niet alleen leidt dat tijdens de zittingen af, maar het kan ook tot veel misverstanden of zelfs ongenoegen leiden, zeker de buitenlandse woorden…
Zowel verdachten als slachtoffers en hun aanverwanten komen immers niet naar een rechtbank om zich in de kunstzinnig weergegeven nuances van de taal te verdiepen, maar zijn daar doorgaans op grond van veel minder prettige, of zelfs verschrikkelijke gebeurtenissen…

Op zich kan het geen kwaad om, al of niet kunstzinnig verbeeld, stil te staan bij de nuances van de taal, alleen niet in een rechtszaal! Hoewel in een rechtszaak nuances van belang zijn, is dat toch niet waar het uiteindelijk om te doen is: in een rechtszaak gaat het om een oordeel, een vonnis, een beslissing, om een machtswoord… Daarom is een rechtszaal niet de juiste plaats voor het uitbeelden van nuances, dat kan beter gebeuren in de hal van het gerechtsgebouw of in de raadkamer waar de rechters onderling over hun oordeel beraadslagen.

Al met al valt hieruit te concluderen dat (helaas) ook/zelfs de rechterlijke macht de weg een beetje kwijt lijkt. Men weet zich kennelijk niet helemaal zo goed raad met de eigen positie binnen de samenleving, hetgeen ook al sprak uit de nieuwe naam en het nieuwe logo waarover ik in een eerdere log al schreef…

Inside Man

De filmposter van Inside Man
Vandaag weer eens naar de bioscoop geweest en wel naar de film Inside Man.

Deze film gaat over een bankroof die niet is wat het lijkt. Films over bankovervallen zijn al zo vaak gemaakt, dat haast alle mogelijke varianten al wel eens verfilmd zijn.

Desondanks is Inside Man toch een zeer geslaagde film, met een mooie mix van spanning, verrassende elementen, tra- giek en triomf.

Zoals al direct in het begin wordt gezegd, gaat het niet om het wie, wat, waar en waarom, maar vooral om het hoe

Vrolijk Pasen!

Vrolijk Pasen!

Ik wens alle lezers van mijn weblog een

VROLIJK, FIJNE en GOEDE PASEN !!

Zoals tegenwoordig met de meeste christelijke feestdagen het geval is, kennen steeds minder mensen de precieze betekenis ervan.

Pasen wordt tegenwoordig vooral geassocieerd met eieren, kippen, (paas)hazen en de ontluikende natuur.

Zulke symbolen stammen uit voor-christelijke culturen, toen men rond deze tijd met lentefeesten vierde dat de dagen weer langer werden, de zon weer meer ging schijnen en de aarde weer vruchtbaar werd, kortom dat er weer nieuw leven kwam!

Het Christendom heeft deze oersymbolen overgenomen, niet alleen als symbolen voor nieuw aards leven, maar ook en vooral als symbolen voor eeuwig leven.

Het huidige Paasfeest viert namelijk dat Jezus Christus op deze dag verrezen is uit het graf, nadat hij op Goede Vrijdag door de Romeinen was gekruisigd.

Volgens het Christelijke geloof heeft Jezus met die zelfopoffering de prijs betaald voor de zonden en gebreken van de mensheid, waardoor wij niet meer verdoemd zijn, maar na de dood mogen uitzien naar een eeuwig leven in volmaakt geluk!

Gerard Reve

In memoriam

Gerard Reve in de parochiekerk van MachelenOp zaterdag 8 april jongstleden overleed in een verzorgingshuis in het Belgische plaatse Zulte en in de leeftijd van 82 jaar, de beroemde Nederlandse schrijver Gerard Reve.

Gerard Reve werd geboren in een communistisch gezin in Amsterdam in 1923, heette oorspronkelijk Gerard Kornelis van het Reve en was een jongere broer van de vroeger bekende Rusland-kenner Karel van het Reve.

Gerard Reve was een spraakmakend en omstreden persoon: eerst omdat hij in de jaren ’60 openlijk voor zijn homoseksu- aliteit uitkwam, vervolgens omdat hij in 1966 katholiek werd en tenslotte omdat hij dermate eigenzinnig voor zijn geloof uitkwam, dat dat als godslastering werd gezien, waarvoor hij voor de rechter werd gedaagd: het beroemde ‘ezelspro- ces’, waarin hij overigens werd vrijgesproken.

Zijn debuut maakte hij in 1947 met de roman ‘De Avonden’, waarmee hij op slag en voorgoed beroemd werd. Tegenwoordig geldt hij, samen met Harry Mulisch en W.F. Hermans als xc3xa9xc3xa9n van de grootste na-oorlogse Nederlandse schrijvers.

Ikzelf heb nog nooit een boek van Reve gelezen, maar wat ik de afgelopen dagen van hem gezien en gelezen heb, was het een originele geest, die tegendraads durfde te leven, te denken en te schrijven.

En hoezeer hij ook een cultus rondom zijn eigen persoon wist te crexc3xabren, tevens liet hij blijken hoezeer niet alleen hij, maar wij alleen in een eeuwen- oude traditie staan c.q. zouden moeten staan. Hij kwam daar voor uit door zich bewust aan te sluiten bij de waarschijnlijk grootste en rijkste culturele en religieuze traditie die er is: het Katholicisme.

Naast zijn literaire werken heeft hij ons daarom ook spirituele teksten nage- laten, die zowel van oprechte twijfel als van diep geloof getuigen:

Dagsluiting

Eigenlijk geloof ik niets,
en twijfel ik aan alles,
zelfs aan U.

Maar soms, wanneer ik denk
dat Gij waarachtig leeft,
dan denk ik,
dat Gij liefde zijt,

en eenzaam,
en dat,
in diezelfde wanhoop,
Gij mij zoekt,
zoals ik U.

Zie ook: gerardreve.web-log.nl

Over waarheid

Maand van de Filosofie
April is de Maand van de Filosofie, met dit jaar als thema: Niets dan de Waarheid.

Zoals gebruikelijk bij dit soort jaren, maanden en dagen, worden er allerlei activiteiten georganiseerd om, in dit geval de filosofie in het algemeen en het thema “Niets dan de waarheid” in het bijzonder, extra aandacht te geven, onder andere met een Nacht van de Filosofie op 8 april in Amsterdam en een Dag van de Filosofie op 15 april in Tilburg.

Ik zal aan deze maand een bescheiden bijdrage leveren, door in deze log wat te schrijven over het begrip “waarheid”.

Waarheid
Waarheid is xc3xa9xc3xa9n van de meest beladen begrippen die er zijn: hoeveel bete- kent het vaak niet om de waarheid over iets of iemand te weten, en hoeveel mensenlevens zijn er niet opgeofferd in naam van “de waarheid”…?
Hiermee heb ik ook meteen al twee verschillende vormen van het begrip waarheid aangeduid: namelijk waarheid in de zin van weten hoe iets c.q. wat er precies gebeurd of het geval is, en waarheid in de zin van een (geloofs- of levens) overtuiging die men voor de enig ware, de enig juiste houdt.

Definitie
De eerste vorm van waarheid sluit het beste aan bij de klassieke definitie van het begrip waarheid, zoals die al door de Griekse filosoof Aristoteles (384-322 v.Chr.) en vervolgens door de Middeleeuwse filosoof en theoloog Thomas van Aquino (1225-1274) is geformuleerd en die luidt: waarheid is de overeenstem- ming tussen een (verstandelijke) uitspraak en de (feitelijke) werkelijkheid (de zgn. correspondentietheorie).

Wetenschap
Waarheid volgens die definitie is bij uitstek het terrein geworden van de empirische (natuur)wetenschap, waarmee vanaf de 17e eeuw onge- kende kennis over de wereld is vergaard. Kennis die waar is omdat het gaat om uitspraken die overeenstemmen met de waargenomen werkelijkheid. Het waarheidsgehalte van zulke wetenschappelijke kennis is afhankelijk van enerzijds de juiste waarneming en anderzijds de juiste omschrijving ervan. De juiste waarneming is vooral een zaak van zorgvuldigheid en technische mogelijkheid; de juiste omschrijving een kwestie van definities: woorden die een afgesproken betekenis hebben, zodat zij niet voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Hierbij speelt ook logica een rol.

Alledaags
Ook in het dagelijks leven heeft waarheid een vergelijkbare betekenis als in de wetenschap: als het erom gaat de waarheid te spreken, dan gaat het om het doen van uitspraken die overeenstemmen met de werkelijke gang van zaken of die de werkelijke situatie weergeven.
Anders dan in de wetenschap is het controleren van zulke alledaagse waar- heid vaak een stuk moeilijker. Ten eerste omdat in het algemene spraak- gebruik doorgaans geen definities worden gebruikt, maar woorden voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Ten tweede omdat het meestal niet gaat om voorwerpen die zich makkelijk laten meten, tellen en wegen, maar om gebeurtenissen, gesprekken, handelingen en bedoelingen die minder exact en eenduidig zijn te omschijven.

Redelijk
In de alledaagse omgang kan de waarheid niet zo precies worden vastge- steld als in de wetenschap. Daarom komt het in de praktijk meestal neer op wat de meest acceptabele en redelijke verklaring of beschrijving van de werkelijke situatie of gebeurtenissen is. Het eisen dat “de waarheid” boven tafel komt, zoals meer en meer lijkt voor te komen, is daarom goed beschouwd wat teveel gevraagd. In een wat meer zakelijke omgang is zo’n eis daarom doorgaans een tactische zet, in de zin van hoog inzetten om op een gemiddelde uit te komen. Maar ook in een meer persoonlijke omgang wordt tegenwoordig heel erg de nadruk op eerlijkheid gelegd, soms zo zeer dat het haast naar fundamentalisme neigt…

Meningen
De mate van exactheid waarmee de werkelijkheid beschreven kan worden, kunnen we voorstellen als een schaal die loopt van 0% (leugen) tot 100% (waarheid). Alles wat daartussenin zit worden meningen genoemd, die een meer of minder subjectieve en persoonlijke kijk op de werkelijkheid geven.
Waar we dicht bij de 100% kunnen komen (zoals in de empirische weten- schap), daar worden meningen niet erg hoog aangeslagen. Maar waar we al blij zijn als we boven de 50% komen (zoals in de dagelijkse omgang), daar kan een zo goed mogelijk gefundeerde, betrouwbare en redelijke mening het hoogst haalbare zijn.

Intersubjectief
Ook in de wetenschap ziet men tegenwoordig in dat een volledig objectieve en 100% exacte beschrijving van de werkelijkheid in veel gevallen niet haalbaar is. Als second-best, maar redelijkerwijs hoogst haalbare alternatief geldt dan de zgn. intersubjectiviteit, waarbij men een bepaalde mening na kritisch onderzoek door een meerderheid als beste voorstelling wordt gezien.
Ook in de dagelijkse praktijk werkt het zo dat men zich aansluit bij een mening die als de meest gefundeerde, betrouwbare en redelijke overkomt. Anders dan in de wetenschap, kan hierbij de persoon die zo’n mening geeft een grote rol spelen: een charismatisch, populair of geliefd persoon zal men vaak eerder geloven, dan een willekeurig, impopulair of gehaat iemand…

Beperkt
De waarheid volgens de gangbare, klassieke definitie is dus een tamelijk beperkte reikwijdte: wetenschappelijk omdat die slechts betrekking heeft op datgene wat redelijk exact te beschrijven valt; en in het algemeen omdat er in het dagelijks leven meerdere factoren een rol spelen bij wat wij als waar aannemen.

Openheid
De grote Duitse filosoof Martin Heidegger (1889-1976) zag deze beperktheid in en ontwikkelde een fundamenteler en tevens meer overkoepelend waar- heidsbegrip. Hij zegt namelijk dat willen wij de werkelijkheid op een adequate manier kunnen beschrijven, wij de werkelijkheid eerst gewaar moeten worden. Aan het beschrijven gaat het zien vooraf en wat wij kunnen zien, moet eerst zichtbaar geworden zijn.
Al wat bestaat moet eerst openlijk zichtbaar worden voordat wij het kunnen zien en beschrijven. Vandaar dat Heidegger waarheid definieert als de “open- baarheid, de onverborgenheid van het zijn” of ook wel zo dat “het wezen van de waarheid is de waarheid van het wezen”. Die laatste formulering lijkt erg cryptisch, maar betekent eigenlijk zoveel als: de waarheid is de waar(achtig)heid van het wezen (het bestaan).

Religie
Dit waarheidsbegrip van Heidegger komt aardig in de richting van de wijze waarop gelovigen hun religie als “de waarheid” zien, namelijk als de weg naar een waarachtig leven. De uitspraken van het geloof over God en andere bovennatuurlijke verschijnselen moeten dan ook niet zozeer volgens het klassieke waarheidsbegrip worden opgevat. Daarmee komt men immers in de problemen aangezien God en andere verschijnselen niet waarneembaar zijn, zoals de aardse dingen dat zijn.
De uitspraken die vanuit het geloof over onzichtbare dingen worden gedaan zeggen iets over een geestelijke openheid en hebben daarmee betrekking op de mogelijkheid van een waarachtig bestaan…

(Zie ook het artikel over waarheid bij Wikipedia)

De Rechtspraak

Het logo van De RechtspraakSinds korte tijd heeft de rechterlijke macht zich om- gedoopt tot “de Rechtspraak” en daarbij een nieuw logo in gebruik genomen (zie hiernaast).

Ik weet niet hoe het met anderen is, maar op mij maakte de term “de Rechtspraak” direct een knullige indruk en wat het nieuwe logo in hemelsnaam mag voorstellen, is iets dat voorbehouden lijkt aan kenners van abstracte kunst…

Dit lijkt (of is gewoon) de zoveelste restyling waarmee een vroeger zeer respectabele, om niet te zeggen ontzagwekkende overheidsinstantie zich presenteert als niet veel meer dan een of andere willekeurige organisatie of onderneming…

Het logo van het Ministerie van JustitieVoorheen viel de rechterlijke macht onder het Mini- sterie van Justitie en werd het logo van dat mini- sterie gebruikt (zie hiernaast).

Dit logo stelt, hoewel ook sterk gestileerd, tenminste nog iets voor: namelijk een Vrouwe Justitia die geblindddoekt een weegschaal in de hand houdt.
Dat staat symbolisch voor hoe de rechtspraak dient te zijn: zonder aanziens des persoons en door zorgvuldige weging van belangen en argumenten.

Het woord ‘justitie’ komt van het Latijnse iustitia en betekent gerechtigheid, daarmee het doel van (o.a.) de rechtspraak aangevend: het doen geschieden van gerechtigheid. Hoewel ‘justitie’ in de praktijk voor velen een strenge tot negatieve klank heeft, zegt het inhoudelijk een stuk meer dan de louter be- schrijvende term ‘rechtspraak’.

Vergeleken met de oude naam en het oude logo, is de rechterlijke macht er dus niet bepaald op vooruitgegaan. De nieuwe naam en het nieuwe logo zijn een devaluering.
Nu zullen sommigen zich afvragen of dat erg is en zal de rechterlijke macht benadrukken dat inhoudelijk en kwalitatief alles bij het oude is gebleven of beter zal worden.

Desondanks is de vernieuwing naar mijn mening wel erg: zeker in deze tijd waarin bijna alles om het uiterlijk, het image en beeldvorming draait, zouden naam en logo de ‘inhoud’ van een organisatie op correctie wijze moeten weerspiegelen en uitdragen.

Een simpele, onnozele of onduidelijke presentatie haalt het beeld en de verwachting van de organisatie omlaag. Laagdrempeligheid en een ‘toe- gangkelijke’ uitstraling kunnen soms goed zijn, maar voor een instantie die zulke belangrijke, ingrijpende en definitieve uitspraken doet als de rechterlijke macht, moet het in alle aspecten gaan om traditie, kwaliteit, degelijkheid en herkenbaarheid!