Na-zomer-weer

Vandaag, 30 oktober (!), was het weer nazomer weer: volop zonneschijn en ruim 20 graden!

Ik heb deze gelegenheid aangegrepen om weer eens dwars door de Kennemerduinen (tegenwoordig onderdeel van het Nationaal Park Zuid-Kennermerland) te fietsen. Met dit mooie weer was ik bepaald niet de enige… het was gewoonweg druk op de weg…

Aan het eind van de rit heb ik bij Parnassia de zee gezien en bij ‘Parnassia aan Zee‘ wat gegeten, gedronken en in de zon gezeten. Hier was het zelfs nog drukker dan toen ik hier op 31 augustus was!

Parnassia aan zee

Vreselijk!

Vanavond ontdekte ik tot mijn grote teleurstelling dat mijn absoluut favoriete TV-programma ‘Heren maken de man‘, dat woensdagavnd op RTL5 werd uitgezonden, al na een paar afleveringen geschrapt is!

Toen het vorige week woensdag al niet kwam, dacht (en hoopte) ik nog dat het een tijdelijk probleempje was, maar nu het ook afgelopen woensdag vervangen bleek te zijn door het veel plattere, fantasieloze, maar sensatiezuchtigere ‘Extreme Makeover‘, vertrouwde ik het niet meer en heb eens op Internet naar nadere informatie gezocht…

…en wat bleek: volgens dit bericht en dit bericht zouden de kijkcijfers veel te laag zijn geweest en is dus direct besloten om ‘Heren maken de man’ door het reeds genoemde ‘Extreme Makeover’ te vervangen…!

Heel jammer, want zoals ik in mijn eerdere log ‘A Queer Eye‘ al geschreven had, was ‘Heren maken de man’ xc3xa9xc3xa9n van de leukere metamorfoseprogramma’s, dat bovendien, naar mijn mening, een positieve bijdrage leverde aan de integratie en acceptatie van homo’s omdat het de zo stereotype homotrekjes op een positieve manier wist te brengen…

The Fab Five – De 5 heren die een van een sloeber een man maakten

Persoonlijkheidstest

Twee aardige testjes om te kijken wat voor persoonlijkheid je bent zijn:

‘Test je persoonlijkheid’
http://www.gezondheidsnet.nl/index.php?cms[categoryID]=2932

‘Hoe kom jij over?’
http://www.gezondheidsnet.nl/index.php?cms[categoryID]=2920


Wat mezelf betreft kwam er het volgende resultaat uit:

De eerste test:

“Andere mensen zien jou als een gevoelig, voorzichtig en praktisch persoon. Je bent slim, getalenteerd, maar bescheiden. Geen persoon die snel of gemakkelijk vrienden maakt, maar iemand die extreem loyaal is naar zijn eigen vrienden. En die loyaliteit ook terug verwacht. De mensen die jou echt leren kennen, realiseren zich dat er veel voor nodig is om jouw rotsvaste vertrouwen te ondermijnen. Maar als het vertrouwen ooit geschaad wordt, duurt het bij jou een lange tijd voor het weer goed komt.”

De tweede test:

“Jij wilt niet centraal staan en veel belangstelling hoef je ook niet. Je bent bescheiden, maar daardoor zijn er mensen die moeilijk echt contact met je krijgen. Ze vinden het dan moeilijk om een gesprek met je aan te knopen en gaan je daarom uit de weg. Je kunt je verlegenheid verbergen door te laten merken dat je goed luistert. Mensen willen vaak graag hun verhaal en als je een gewillig oor vormt, komen ze graag. Houd oogcontact en buig tijdens het gesprek zo nu en dan naar voren. Ook al ben je geen grootprater, kun je je vrienden toch laten merken dat je graag contact wilt. Bijvoorbeeld via e-mail of door een kaartje te sturen. Met kleine gebaren laat je zien dat je om ze geeft, ook al ben je verlegen!”

Filosofisch denkraam

Voor wie zich een enigszins overzichtelijk filosofisch beeld wil vormen van de wereld, volgt hier een ruwe schematische indeling van de verschillende terreinen, die wij vanuit ons mens-zijn kunnen ervaren en/of overdenken:


1. Om te beginnen kunnen we een onderscheid maken tussen dat wat kenbaar is en dat wat niet kenbaar is.

2. Vervolgens kunnen we deze beide terreinen verdelen in een subjectief (vanuit een eigen contingent, voorwaardelijk, ruimtelijk en tijdelijk beperkt gezichtspunt) en een objectief (gezichtspuntloos, universeel, onvoorwaardelijk, oneindig en onbeperkt) deel.



3. Tot het subjectief kenbare deel behoren het natuurgebeuren (alle bewegingen, neigingen en gevoelens zoals die in de natuur voorkomen en ook de mens eigen zijn en waar de dingen door causaliteit plaatsvinden) en de esthetica (het smaakoordeel dat zegt of iets mooi danwel lelijk is).

4. Tot het objectief kenbare deel behoort de ethiek (waar de praktische rede op grond van redenen bepaalt wat goede doelen zijn en zegt of iets goed danwel slecht is en daartoe dingen onderscheidt en kiest).

5. Op het snijvlak tussen het subjectief kenbare en het objectief kenbare deel bevindt zich de fysica of natuurwetenschap (waar het verstand op grond van empirische onderzoek beschrijft of iets waar danwel niet waar is en daartoe verzamelt en ordent).

6. Op het snijvlak tussen het objectief kenbare en het objectief onkenbare bevindt zich de metafysica of filosofie (waar de zuivere rede op grond van gevolgtrekkingen uit de fysica, de ethiek en de esthetiek concepten opstelt over bovennatuurlijke fenomenen zoals God en de ziel).

7. Op het kruispunt tussen alle vier de delen bevindt zich de christelijke geloofsleer (die de objectieve gevolgtrekkingen uit de metafysica combineert met de subjectieve gegevens uit de concrete christelijke traditie).

8. Op het snijvlak tussen het subjectief kenbare en het subjectief onkenbare bevindt zich tenslotte de al of niet christelijke geloofservaring of spiritualiteit (de hoogst subjectieve spontane ogenblikken van inzicht in en ervaring van het Mysterie).

'Der Untergang'

Vanavond was op de Duitse televisie het eerste deel van de eind vorig jaar in de bioscopen uitgebrachte en spraakmakende film ‘Der Untergang‘.

Deze film brengt op heel realistische wijze de laatste dagen van Hitler in beeld en heeft tot heel wat discussie aanleiding gegeven. Met name waren sommigen bang dat Hitler misschien wel als te menselijk zou overkomen, wat tot sympathie voor deze zo meedogenloze dictator zou kunnen leiden. Van dat laatste lijkt geen sprake te zijn. Wel laat deze film zien dat de Nazi-top geen club van door en door verdorven supermonsters was, maar bestond uit ‘gewone’ mensen van vlees en bloed, met heel menselijke gevoelens, angsten en fantasixc3xabn.


Filmscxc3xa8ne met v.l.n.r.: Eva Braun, Adolf Hitler, Albert Speer

De meeste indruk maakt de acteur Bruno Ganz, die Adolf Hitler speelt op een tot nog toe haast ongekend realistische manier. Van de andere Nazi-leiders lijkt vooral Martin Bormann goed op de werkelijke Bormann. De anderen lijken qua uiterlijk minder goed, maar dat is waarschijnlijk omdat het moeilijk was goede acteurs te vinden die tevens goed gelijken…

Afgelopen avond het tweede en laatste deel gezien… heel indrukwekkend en aangrijpend. Hitler die als zwak en afgetakeld mannetje alleen nog maar lachwekkend overkomt, de generaals die inzien dat zelfmoord het enige is wat hen rest, mevrouw Goebbels die eigenhandig haar kinderen vergiftigt en het lagere personeel dat trouw is gebleven zonder te weten waaraan…

Dit verhaal van de laatste dagen van Hitler is om allerlei redenen interessant, onder meer omdat het tot in de uiterste consequenties laat zien hoe het uitoefenen van macht functioneert, hoe onbewust, instinctief het vaak in zijn werk gaat, hoe macht tegelijk fictief en rexc3xabel kan zijn…
Maar ook laat deze film zien hoe dun de scheidslijn tussen goed en kwaad is, hoe mensen te goeder trouw aan slechte dingen kunnen meewerken, hoe mensen voor onmenselijke keuzes kunnen komen te staan, hoe menselijk het kwaad kan zijn….

Nederlandse mentaliteit

In zoverre we van een Nederlandse mentaliteit kunnen spreken, lijkt deze zich (onder andere) te kenmerken door ontevredenheid, door klagen en mopperen en dat ondanks dat Nederland xc3xa9xc3xa9n van de rijkste landen ter wereld is.

Er lijkt sprake te zijn van een soort ‘underdog’-mentaliteit, die merkwaardig genoeg samengaat met een ‘dominees’-mentaliteit. Zo een nationale mentaliteit is een even vaag als complex fenomeen, maar daarom nog niet minder belangwekkend… Daarom is het interessant eens te kijken wat mogelijke oorzaken ervan kunnen zijn…

Uit het centrum
Het gebied dat het huidige Nederland vormt, heeft nagenoeg altijd al aan de periferie gelegen: aan de rand van het continent, ver weg van de Europese machtscentra zoals Rome, Parijs, Madrid, London of Berlijn en nog verder weg van de mondiale machtscentra Moskou en Washington.
Wie zich in zo’n afgelegen positie bevindt kan twee dingen doen:
– Ofwel proberen zich bij de machtigen aan te sluiten;
– Ofwel de eigen relatieve vrijheid en onafhankelijkheid te koesteren en zich te verzetten als machtigen je willen inlijven of voor hun karretje willen spannen.

Verzet
Dat laatste is wat de Nederlanders in de loop van hun geschiedenis bijna altijd hebben gedaan. De belangrijkste keren dat dit is gebleken zijn de Opstand tegen Filips II (vroeger bekend als de ‘Tachtigjarige Oorlog’) in de 16e/17e eeuw en het verzet tegen Nazi-Duitsland in de 20e eeuw.

Bij voorbaat
Hoe gaat zulk verzetten tegen machtigen in zijn werk? Allereerst door de machtigen bij voorbaat verdacht te maken: door vooroordelen tegen macht in het algemeen en tegen een bepaalde macht in het bijzonder aan te wakkeren en in stand te houden. Vanzelf is een houding van kritiek (op wat hoger niveau) en van gemekker en gemopper (op wat lager niveau) het gevolg.

Protesteren
Als een machtig land dan op een gegeven moment zijn macht gaat tonen, dan kunnen alle registers van kritiek, protest en terechtwijzing opengetrokken worden. Aangezien machtsvertoon, het behouden en het vergroten van macht inherent zijn aan het menselijke samenleven en dus van alle tijden en plaatsen zijn, is er voor de Nederlanders altijd gelegenheid genoeg (geweest) om met opgeheven vingertje macht en machtigen aan de kaak te stellen en te bekritiseren.

Binnenlands
Waarschijnlijk als uitvloeisel van deze bijna constante kritische houding tegenover buitenlandse machten, heeft de Nederlander zich, heel consequent, ook een dergelijke houding ten opzichte van binnenlandse macht aangewend. Aanvankelijk vooral ten opzichte van de (nationale) overheid, maar later zelfs ten opzichte van elke vorm van macht, of die nu in handen was van de huisvader, de burgemeester, de leraar of de pastoor…

Gezegdes
Hoezeer deze kritische tot sterk afwijzende houding ten opzicht van alles wat machtiger, rijker of in welk ander opzicht dan ook mxc3xa9xc3xa9r dan het ‘gewone’ onderdeel van de Nederlandse mentaliteit is geworden, blijkt uit gezegdes als “doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg” – “niet met je hoofd boven het maaiveld uitsteken” enz…

Spellingsregels

Gisteren heb ik al geschreven dat ik een hekel heb aan woordenboeken, zowel aan de ‘Dikke Van Dale’ als aan het ‘Groene boekje’. De reden voor mijn afkeer van het eerste boek heb ik gisteren al toegelicht. Nu zal ik iets nader ingaan op mijn afkeer van spellingsregels…

Groene boekje
De spellingsregels voor het Nederlands zijn vastgelegd in het zgn. ‘Groene boekje’. Officieel heet het de ‘Woordenlijst Nederlandse taal‘ en bevat de regels over hoe woorden in het Nederlands gespeld moeten worden. Dit boekje wordt uitgebracht door de Nederlandse Taalunie.

Dat ik een hekel aan spellingsregels heb, heeft ongeveer dezelfde reden als mijn hekel aan gewone woordenboeken: namelijk zulke regels in mijn ogen te vaak door allerhande betweters worden ‘misbruikt’ om goede sier te maken, danwel discussies te verstoren of in de door hen gewenste richting om te buigen.

Oorsprong
Heeft het in een gesprek attenderen op een andere betekenis van een woord nog een inhoudelijke kant, opmerkingen over de spelling zijn eigenlijk alleen maar een oneigenlijke stoorfactor. Voor de inhoud van een betoog is de spelling niet van belang. De spelling van woorden is tot in de 17e eeuw mede daarom altijd een kwestie van gewoonte geweest: men schreef zoals in de eigen omgeving gebruikelijk was.

Pas na die tijd kwam er een steeds dwingender spelling, met name doordat door de vorming van nationale eenheidsstaten de overheid een steeds grotere greep op het onderwijs kreeg en ter versterking van de nationale identiteit er zoveel mogelijk uniformiteit moest komen, onder andere ook in de spelling van de (zeer belangrijke) landstaal.

Internationalisering
Nu de nationale staten op veel gebieden langzaam maar zeker opgaan in grotere gehelen (Europese Unie, Venenigde Naties) en de traditionele nationale culturen zich vermengen met invloeden uit andere landen en met name uit Amerika, zien we ook dat in het Nederlands steeds meer woorden uit het Engels, maar sinds kort ook uit het Papiamento, doordringen. Bovendien gebruikt de jeugd voor contacten via Internet al een heel eigen taaltje, waarin haast meer (Engelse) afkortingen dan Nederlandse woorden voorkomen…

Uit de tijd
De strenge regels die het ‘Groene boekje’ ons wil opleggen zijn zo gezien dus toch wel uit de tijd… uit de tijd van de nationale eenheidsstaat, waarin de burger zich louter naar de nationale overheid had te richten. De moderne mens is inmiddels een stuk zelfstandiger, vrijer en internationaler georienteerd en hoeft zich, wat mij betreft, dan ook niet zo veel meer aan groene boekjes gelegen te laten liggen…

Woordenboeken…

Vandaag is het nieuwste zgn. ‘Groene boekje’ uitgebracht en over enkele dagen zal ook de nieuwste editie van de zgn. ‘Dikke Van Dale’ te koop zijn. Beide zijn woordenboeken, zij het in verschillende betekenis: het ‘Groene boekje’ gaat over de juiste spelling van woorden, terwijl de ‘Dikke Van Dale’ een gewoon woordenboek is.

De ‘Dikke Van Dale‘ is het meest bekende Nederlandse woordenboek in de gebruikelijke betekenis van dat woord, nl. een boek waarin de betekenis van woorden kan worden opgezocht. De nieuwste, 15e editie komt op 18 oktober aanstaande uit.

Aan de bijnamen die deze beide boeken hebben, blijkt hoe ingeburgerd en populair deze naslagwerken zijn. De ‘Dikke Van Dale’ als het algemeen erkende standaardwerk, het ‘Groene boekje’ zelfs als de officixc3xable standaard voor wat als de enig juiste spelling geldt.

Ikzelf heb een hekel aan woordenboeken, zowel aan het ‘Groene boekje’ als aan de ‘Dikke Van Dale’. De reden daarvoor is dat beide boeken in mijn ogen te vaak door allerhande betweters worden ‘misbruikt’ om goede sier te maken, danwel discussies te verstoren of in de door hen gewenste richting om te buigen.

Hoe vaak komt het niet voor dat iemand in een betoog een bepaald woord gebruikt en een ander er dan op wijst dat dat woord (volgens het Groene boekje dan) verkeerd gespeld is. Of dat die ander zegt dat het bewuste woord “volgens de Van Dale” een iets of zelfs heel andere betekenis heeft dan de schrijver of spreker kennelijk bedoelde.

Misbruik
In zulke gevallen wordt voorbij gegaan aan de bedoelingen van de spreker of de schrijver en volgt geen inhoudelijke reactie, maar een min of meer bestraffende reactie, louter gericht op de vorm van een gebruikt woord.
Nu zal het niet altijd zo zijn, maar in veel gevallen zal zo’n manoeuvre tamelijk bewust worden gebruikt om, zoals gezegd, goede sier te maken in de zin van “kijk eens hoe goed ik op de hoogte ben” c.q. “ik raadpleeg tenminste de boeken”; om de spreker of schrijver op die manier de pas af te snijden zonder zelf met inhoudelijke argumenten te hoeven komen, of tenslotte de spreker of schrijver in te peperen dat hij of zij een woord verkeerd gebruikt heeft.
Op zo’n manier met anderen omgaan vind ik tamelijk onsympathiek en kan in sommige gevallen ook gewoonweg onbeschoft zijn en van weinig respect voor iemands bedoelingen getuigen.

Context
Zoals de onlangs overleden Duitse filosoof Hans-Georg Gadamer heeft duidelijk gemaakt, ontlenen woorden hun betekenis namelijk in de eerste plaats aan hun context en bedoeling in een concreet gesprek. De betekenissen zoals die in woordenboeken worden vastgelegd zijn altijd afgeleiden, abstracties van de veel verfijndere betekenis die woorden in de concrete praktijk hebben. Daarmee te schermen doet dus haast per definitie afbreuk of zelfs onrecht aan de bedoeling die een spreker of schrijver in een specifieke setting met een bepaald woord heeft.

Over gewicht

De laatste jaren vormt overgewicht een toenemend probleem, eerst vooral in de Verenigde Staten, maar nu ook in Nederland en andere Europese landen. Afgezien van de gezondheidsproblemen die dit veroorzaakt, spelen bij dit onderwerp ook culturele aspecten een rol. Hier een beknopt historisch overzichtje:

Oorspronkelijk
Biologisch gezien ligt bij vrouwen de nadruk meer op vet en bij mannen meer op spieren. Vandaaruit besefte men reeds in de prehistorie dat in magere tijden, voor gezond nageslacht dikke vrouwen en sterke mannen de voorkeur hadden. Dit bleef lange tijd de heersende zienswijze en vormt in veel minder ontwikkelde landen nog steeds een belangrijk criterium.

Geestelijk ideaal
Naast dit lichamelijke ideaalbeeld kwam in Europa met het Christendom het ideaal van vroomheid op (zowel voor mannen als voor vrouwen!) en wat later (vooralsnog louter) voor mannen ook intellectuele ontwikkeling. Lichamelijke kracht en gezondheid kwamen daardoor wat meer op de achtergrond.

Lichaamscultus
Na de doorbraak van het secularisme en de opkomst van de Romantiek in het begin van de 19e eeuw, greep men versterkt terug op de antieke Oudheid, waaronder ook op de lichaamscultus. Dat was het begin van de moderne sport- en gezondheidscultuur. Was dit aanvankelijk een mannenaangelegenheid, sinds het eind van de 19e eeuw begonnen heel langzaam aan ook vrouwen aan sport te doen en zich zo bewust op hun lichaam te concentreren.

Mode
Tevens komt in die tijd ook de mode op, waarin meer of minder kunstmatige, danwel kunstzinnige creaties de tot dan toe gedragen traditionele (volks)kledij gaat vervangen. Reeds in de jaren ’20 van de 20e eeuw verschijnt dan damesmode met mannelijke accessoires, waarin de vrouwelijke vormen werden weggemoffeld en slank het ideaalbeeld werd.
Een reden daarvoor wordt soms weleens gezocht in de homoseksualiteit van bepaald mode-ontwerpers, die hun voorkeur voor mannelijke en afkeer van vrouwelijke vormen in hun creaties uitleefden.

Extremer
Na de Tweede Wereldoorlog werd de invloed van sport en mode alleen maar sterker: vanuit Amerika ontstond een haast ziekelijke gezondheidscultus en hier in Europa een steeds absurder wordend modebeeld, dat via androgyne idealen in de jaren ’70 uiteindelijk uitmondde in de ‘junkielook’ van de jaren ’80.
Hoewel dat laatste meer een provocatie (en voor sommigen misschien een perverse voorkeur) was, doet dat niet af aan het feit dat het slankheidsideaal voor veel vrouwen een zware druk betekent. Voor mannen leek het ideaal daarentegen groot en sterk te zijn (gebleven), wat dan voor de wat slankere jongens/mannen weer niet zo leuk was/is.

Nieuw ideaal?
Hoewel het misschien wel goed zou zijn, als vrouwen eens van het hen opgelegde slankheidsideaal bevrijd zouden worden, zit dat er onder invloed van het toenemende probleem van overgewicht in de Westerse wereld niet echt in. Laten we hopen dat in de strijd tegen overgewicht slanke mensen opnieuw het ideaal worden… want nog steeds worden slanke mensen, en dan met name mannen, geconfronteerd met de prehistorische vraag van “of zij niet wat meer moeten eten”….